bijlage nr. 100
(1e vervolg)
-2-
6. het verkopen en leveren van gronden, opgenomen in de exploitatie-
opzetten in groter verband (grondpool) met uitzondering van bedrijfs-
en industrieterreinen en de in verband daarmede nodige vestiging van
erfdienstbaarheden
7. het aanvaarden van aan de gemeente gedane schenkingen met uitzondering
van die, welke een waarde van 5.000,- te boven gaan en van voorwaarde
lijke schenkingen, die voor de gemeente een jaarlijkse financiële last
tot gevolg hebben, welke meer bedraagt dan 10$ van de waarde der
schenking;
8. het benoemen van leidsters en onderwijzers respectievelijk van de
openbare kleuterscholen en de openbare lagere scholen (met uitzondering
van hoofdleidsters en hoofden van die scholen)
9. het benoemen in tijdelijke dienst van de leraren aan de gemeentelijke
middelbare handelsavondschool;
10. het nemen van besluiten met betrekking tot het van toepassing ver
klaren van maatregelen tot verhoging van bezoldiging, geldende voor
(bepaalde groepen van) het burgerlijk rijkspersoneel ten aanzien van
het gemeentepersoneel, welks bezoldiging van gemeentewege wordt gere
geld, voor zover die maatregelen naar het gevoelen van de Minister van
Binnenlandse Zaken op overeenkomstige vrijze voor vorenbedoeld gemeente-
personeel kunnen vrorden getroffen;
11het nemen van besluiten inzake het plaatsen en verwijderen van verkeers
tekens en -borden, die een gebod of verbod bevatten, voor zover zij
betreffen het verkeer op wegen, gelegen binnen de bebouwde kom en niet
in het beheer bij rijk of provincie zijnde en het verlenen van onthef
fingen, als bedoeld in artikel 138, 1e lid, van het reglement verkeers
regels en verkeerstekens;
12. het aanwijzen van gemeentelijke lijkschouwers;
13. het geven van namen aan straten, als bedoeld in artikel 175 der gemeente
wet
14. het beoordelen en beslissen, of vanifege de gemeente een rechtsgeding
zal worden gevoerd inzake:
a. de ontruiming van gronden, landerijen en niet als woning gebruikte
gebouwen, het invorderen van daarvoor verschuldigde huren en de
ontbinding van overeenkomsten ter zake van de huur van gronden,
landerijen en niet als woning gebruikte gebouwen;
b. de inning van grondrenten;
c. onder de gemeente gelegde beslagen;
d. de inning van schade, door derden aan gemeente-eigendommen toege
bracht
e* burgerlijke zaken, waarvan de kantonrechters kennis nemen;
f. civielrechtelijke schuldvorderingen, die van geval tot geval een
bedrag van 3.000,- niet te boven gaan;
g. terugvordering van door de gemeentelijke kredietbank verstrekte
kredieten;