218 overige incidentele bijstand
220 bejaardenhulp
222 gezinszorg
201
»1
203
75.000,—
tl
205
100.000,—
tl
209
7.500,—
It
211
12.000,—
tt
219
28.000,—
tt
225
20.000:.—
70.000,—
B
bij bijlage nr. 105
-3-
618
Door verhoging van het rijkssubsidie van 70 tot 95/° kan het gemeente
subsidie ad 20/° ingaande 1971 komen te vervallen.
626
Omdat per 1 januari 1971 het percentage rijkssubsidie voor maatschap
pelijk werk voor ongehuwde moeders is verhoogd van 60 tot 90/° en de
provincie-subsidie blijft verlenen - zij het in mindere mate als tot
en met 1970 - kan het gemeentelijk subsidie komen te vervallen.
Inkomsten.
227
Met ingang van 1 januari 1971 gaat het rijk op grond van de nieuwe
subsidie-regeling bijstand aan thuiswonenden een subsidie van 50/° in
de kosten van deze bijstand te verstrekken.
Inclusief deze wijziging van de begroting is ter zake geraamd:
volgnr.
202 niet-bejaarden
208 bejaarden
228 stelpost verhoging bijstandsnormen
70,° van de raming
230 belastingmaatregelen c.a. voor wat v.-
betreft de uitgaven onder de volgnrs.
202 en 218
Aan ontvangsten is geraamd:
volgnr.
niet-bejaarden; verhaalbij
-
drage 150.000,
idem; uitkering sociale
wetten
idem; restituties enz.
bejaarden; uitkering
sociale wetten
idem; restituties enz.
diverse overige ont
vangsten
stelpost hogere ontvang
sten
netto-kosten bijstand aan
thuis-
wonenden
4.085.900,—
397.120,—
375.000,—
125.000,—
75.000,—
702.800.—
6.330.820,—
392.500.—
5.938.320,—
319
Het subsidie bedraagt 50/° van dit bedrag zijnde 2.969.160
De rijksgroepsregeling voor thuisloze personen die met ingang van
1 januari 1971 in werking is getreden en waarvan het subsidiepercen
tage 100 bedraagt in de plaats gekomen van de navolgende rijks-
bi jdrageregelingen:
huidig subsidiepercentage
1. bijstand bedoeld in artikel 18, lid
2, A.B.W. 100
2. bijstand aam vreemdelingen 75
3. bijstand teruggekeerde Nederlanders 75*
4. bijstand aan woonwagenbewoners (uitkeringen) 75
(geldleningen) 50