gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 106
29 maart 1971
Wo/0/55093
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
uitbreiden van de scholen voor openbaar basis
onderwijs Molstraat 46 en Meerhoutstraat 2bis
met respectievelijk drie en twee lokalen.
Het openbaar basisonderwijs in het stadsgedeelte Breda-Noord wordt verzorgd door
een tweetal zelfstandige scholen, namelijk door de openbare basisschool Ovide
Decroly, Molstraat 46 en door de openbare basisschool Robert Schuman, Meerhout
straat 2bis.
Elk van deze beide scholen heeft een eigen specifiek wervingsgebied, te weten de
school aan de Molstraat het zuidelijk gedeelte van de totale stadswijk en omvat
tende de buurten Biesdonk, Liniekwartier, Geeren-Zuid en Doornbos, terwijl de
school aan de Meerhoutstraat haar leerlingen betrekt uit de buurten Wisselaar en
Geeren-Noord. Tot het oprichten van de hierbedoelde scholen voor het openbaar
basisonderwijs werd door Uw raad besloten: ten aanzien van de Molstraat 46 bij
Uw besluit van 13 december 1961 ten aanzien van de Meerhoutstraat 2bis bij Uw
besluit van 11 mei 1966. De scholen zijn beide ondergebracht in een definitieve
huisvesting, elk omvattende 6 leslokalen en 1 lokaal voor meervoudig gebruik,
zodat de gezamenlijke capaciteit derhalve 12 leslokalen en 2 lokalen voor meer
voudig gebruik bedraagt. Met het geven van onderwijs werd gestart respectievelijk
1 september 1964 en 1 augustus 1968. In de sedertdien verstreken jaren heeft het
openbaar basisonderwijs een belangrijke groei in het aantal leerlingen te zien
gegeven. Beide gebouwen hebben een meer dan optimale bezetting verkregen, een
drietal tijdelijke lokalen moesten worden ingeschakeld.
Bij de aanvang van het komende schooljaar zullen aan beide scholen - gelet op de
thans bekende aanmelding van nieuwe leerlingen - naar stellige verwachting te-
samen 19 leerkrachten zijn verbonden.
Uit het vorenstaande mag het voor Uw raad duidelijk zijn geworden dat het huidige
definitieve lokalenbestand in genendele toereikend is om het openbaar basisonder
wijs naar behoren te huisvesten.
De feitelijke ontwikkeling gaf ons alle aanleiding de eerder gehanteerde prog
nose met betrekking tot het te verwachten aantal leerlingen voor het openbaar
basisonderwijs in dit stadsgedeelte - op welke prognose het huidige definitieve
lokalenbestand is afgestemd - aan een nader onderzoek te doen onderwerpen.
Uit het terzake door de sociografische dienst ingestelde onderzoek*) mag blijken
dat een bijsturen van de aanvankelijk verstrekte prognose noodzakelijk is ge
worden in verband met een zich manifesterende grotere belangstelling voor het