gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 109
W/55337
7 april 1971
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
uitbreiden van de school voor openbaar kleuter
onderwijs Overakkerstraat 69 met een speelwerk
lokaal
Overeenkomstig Uw besluit van 13 december 1950 werd in Breda-Zuid in begin januari
1951 met het geven van openbaar kleuteronderwijs aangevangen. De openbare kleuter
school werd daarbij ondergebracht in een tweetal lokalen van de voormalige g.l.o»-
school Viandenlaan 1De band tussen het openbaar kleuter- en basisonderwijs in
dit stadsgedeelte kon bestendigd blijven tot en met het schooljaar 1967/1968.
Per 1 augustus 1968 moest de openbare lagere school Viandenlaan 1 wegens een te
geringe belangstelling worden opgeheven. De openbare kleuterschool vond sedert
dien een eigen - zij het tijdelijk - onderdak in een drietal lokalen aan de
Overakkerstraat 69. Door deze overplaatsing kon de kleuterschool haar wervings-
gebied mede vergroten met de toen in aanbouw zijnde nieuwe buurt IJpelaar, Ge
durende de laatste jaren is het aantal kleuters in belangrijke mate toegenomen,
momenteel zijn aan de onderwerpelijke school een viertal kleutergroepen verbonden.
De vierde kleutergroep heeft een tijdelijk onderdak gevonden (slechts beschikbaar
gedurende de loop van dit schooljaar) in een nog niet voor het basisonderwijs in
gebruik zijnde lokaal van de r.k. basisschool Neubourgstraat 13.
De huisvesting van de openbare kleuterschool Overakkerstraat 69 is ontoereikend
om het voor dit onderwijs te verwachten aantal kleuters te kunnen opvangen. Uit
breiding van de school met een speelwerklokaal is absoluut noodzakelijk. Wij
mogen U in overweging geven te besluiten tot uitbreiding van de onderwerpelijke
school met een lokaal, waartoe wij U hierbij het desbetreffende concept-besluit
(ligt ter visie in de leeszaal) ter vaststelling aanbieden.
Te Uwer verdere informatie zij nog het navolgende medegedeeld. In ons afzonder
lijk voorstel van heden mogen wij Uw raad voorstellen de hierbedoelde uitbreiding
met een lokaal te doen realiseren middels het bijplaatsen van een verrijdbaar
lokaal. De motivering hiervoor is tweeërlei, namelijk:
enerzijds in de min of meer uitzonderlijke positie waarin de openbare kleuter
school in dit stadsgedeelte verkeert nu geen aansluiting (meer) mogelijk is bij
een school voor het openbaar basisonderwijs;
anderzijds omdat de huidige huisvesting van de school slechts een tijdelijk
karakter heeft en het aanbouwen van wederom een tijdelijk lokaal economisch niet
verantwoord is.
De thans te treffen voorziening kan zo nodig te zijner tijd elders als afzonder
lijke eenheid worden ingezet.