gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
bijlage nr. 136
53527
14 rpril 1971
Voorstel van burgemeester en wethouders met
betrekking tot de subsidiëring van de Stich
ting Vestzaktheater De Trapkes.
Op 15 januari 1970 besloot Uw raad op voorstel van ons college aan de
stichting Vestzaktheater De Trapkes met ingang van 1969 subsidie toe te
kennen, analoog aan de rijksregeling, voorlopig voor de jaren 1969 en 1970.
Het bestuur van de stichting De Trapkes heeft onder overlegging van de
begroting 1971 opnieuw subsidie gevraagd en tevens ons college verzocht bij
te dragen in de exploitatietekorten, die ontstaan zijn in de jaren 1969 en
1970.
Ia diverse besprekingen met het bestuur van de stichting Vestzaktheater
De Trapkes en het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk
leggen wij U het volgende voorstel voor.
In ons voorstel van januari 1970 schreven wij dat het vestzaktheater De
Trapkes een ontmoetingscentrum is geworden, vooral voor jongeren die kennis
willen nemen van nieuwe vormen en nieuwe denkbeelden, vooral met betrekking
tot do cultuur. Experimenten als deze, schreven wij, zijn noodzakelijk voor
een leefbare cultuur van de samenleving en krijgen of kunnen in het normale
cultuurpatroon onvoldoende mogelijkheden krijgen. Het recent verschenen
jaarverslag geeft U een inzicht in de aard van en het aantal aktiviteiten,
alsmede in de uitgangspunten van waaruit de stichting zijn doelstellingen
tracht te verwerkelijken.
Het ruimtegebrek waarmee de stichting kampt en het belang van instellingen
als De Trapkes zijn voor ons, zoals bekend, redenen geweest toe te zeggen
in principe medewerking te verlenen aan de huisvesting van De Trapkes in
De Uitte Uijngaard (zie bijlage nr. 88).
Het ligt dan ook in de reden dat wij menen dat de subsidieregeling zoals
deze voor 1969 - 1970 heeft gegolden, wordt verlengd. Het rijk zal de sub
sidieregeling eveneens continueren.
In de door het bestuur overgelegde begroting 1971 is uitgegaan van een ge
meentelijk subsidie van 26.000,met dien verstande dat de gemeente een
tweede assistent voor 90 A zou subsidiëren. De noodzaak van deze tweede
assistent ligt aldus het bestuur vooral in het inrichten van een documen
tatie- en informatiecentrum. Het rijk is niet bereid thans te subsidiëren.
Ook ons college meent dat het verzoek om te subsidiëren in een tweede kracht
thans moet worden afgewezen omdat niet alleen De Trapkes, maar ook anderen
een documentatie- en informatiecentrum vragen, o.a. de Beyerd en de Vereni
ging voor Vestbrabantse Kunstenaars. Alvorens een besluit hierover te nemen
willen wij eerst de behoefte laten inventariseren en de mogelijkheid van een
gezamenlijke opzet onderzoeken.
Hierdoor wordt het voor 1971 te subsidiëren bedrag teruggebracht tot ca.
21.000,