oemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. bijlage nr. 17 7 januari 1971 Vhl/45927 Voorstel van burgemeester en wethouders tot ongegrondverklaring van het door Mevrouw li. Nobelen-Kamphuyswonende te Breda, Ginneken weg 149, ingediend verzoek om voorziening tegen het besluit tot weigering van een bouwvergunning voor de percelen Ginnekenweg 132-134, te Breda. Bij besluit van 29 september 1970 (verzonden 2 oktober 1970) hebben wij een aanvrage van Mevrouw KNobelen-KamphuysGinnekenweg 149, Breda om vergunning' voor het geheel vernieuwen van een winkel met bovenwoning en kantoor op de percelen Ginnekenweg 132 en 134, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie D, nrs. 6892 en 1565, geweigerd. Bij schrijven d.d. 30 oktober 1970 heeft Mevrouw M.Nobelen-Kamphuys tegen dit weigeringsbeslu.it voorziening gevraagd bij de raad. Dit verzoek om voorziening is ingekomen binnen de in artikel 51eerste lid van de woningwet hiervoor aangewezen termijn, zodat aanvraagster in haar verzoek ontvankelijk is De bouwvergunning is destijds door ons college geweigerd omdat; a. het bouwplan uit een oogpunt van welstand als bedoeld in artikel 34 van de bouwverordening onaanvaardbaar is, daar het niet kan leiden tot een- aanvaardbaar verbindingselement tussen de bouwmassa's van d.e bestaande belendingen; b. de bestemming van de achter-aanbouw van het pand Ginnekenweg 134 niet op de tekening was aangegeven, waardoor er twijfel bestond over het toe komstig gebruik van deze ruimten, waardoor de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in artikel 15 'van de bouwverordening en de op grond van dit artikel vastgestelde nadere regelen. Het door adressante gedane verzoek om voorziening steunt voornamelijk op de overwegingen: dat haar inziens de Welstandscommissie niet heeft gehandeld, overeenkomstig de procedure, welke het reglement voor de Welstandscommissie voorschrijft; dat de bouwtrant en omgeving stroken met een recentelijk goedgekeurd en uitgevoerd project aan de Ginnekenweg 282-284; dat de technische opmerking dat onvoldoende duidelijk is waarvoor de blijvende oude opstallen gebruikt sullen gaan worden, mede gelet op de verstrekte toelichting op 2 september 1 970 aan een van de ambtenaren van de dienst openbare werken, onwaar is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 51