bijlage nr. 17
-2-
Dr.nr hst bouwperceel niot in eon uitbreidingsplan is opgenomen k'afi ..n moet
hot verzoek om bouwvergunning alleen weto-tst worden aan de bouwverordening.
Alleen strijd net de bouwverordening is in een dergelijk geval een
weigeringsgrond.
Het betrekking tot het verzoek om voorziening merken wij het volgende op.
Ingevolge artikel 48 van de woningwet moet een bouwvergunning o.m. worden
geweigerd indien het bouwwerk, waarop de aanvrage betrekking heeft niét
voldoet aan de bouwverordening, of de krachtens die verordening gestelde
regelen of eisen.
In artikel 34 van de bouwverordening is op basis van artikel 4 van de woning
wet voorgeschreven, dat een bouwplan zodanig moet zijn, dat het uiterlijk
en de plaatsing van -■.en bouwwerk zodanig zijn, dat het bouwwerk zowel op zich
zelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling
daarvan voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Kaar het oordeel van de Welstandscommissie, die ons college omtrent de bouw
plannen naar het welstandsaspect adviseert, voldoet het onderhavige bouw
plan niet aan die redelijke eisen, het dit standpunt zijn wij het eens.
De voorgestelde bebouwing is onaanvaardbaar als verbindingselement tussen
de bouwmassa's van de bestaande belendingen.
In het ingediende ontwerp is geen rekening gehouden met de schaal en de
geleding van de voornaamste belendingen, waardoor strijdigheid met het
straatbeeld ontstaat. Temeer geldt dit nog, daar het bouwwerk gelegen is op
een punt, waar de voorgevelrocilijn verspringt, waardoor het gebouw extra
geaccentueerd wordt.
Toorts wijst de commissie op "de horizontale vorm en geleding van het bouw
blok en het uithollen van het voorgevelvlak.
Hierin verschijnt het balkon als een aan het straatbeeld vreemd element, dat
de voorgevel op een niet harmonische wijze verdeelt. Dit laatste wordt nog
versterkt door de niet met elkaar verband, houdende gevelbehandeling van de
begane grond en '*an de verdieping"
Ten aanzien van het formele aspect van het beroepschrift kunnen wij U mede
delen, dat de Welstandscommissie geheel conform de voor haar gestelde
procedure voorschriften heeft gehandeld.
Het voorlopig afwijzend standpunt van de commissie is aan de architect van
appellante zowel telefonisch als schriftelijk -waarbij het weinig relevant
is, welke terminologie daarbij gebezigd is- medegedeeld.
Betrokkene is daarbij uitgenodigd het plan nader toe te lichten of zijn
zienswijze te stellen tegenover de opvatting van de commissie.
Daar de architect van deze mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt werd dooi
de Welstandscommissie aan ons college een definitief afwijzend advies uitge
bracht, dat heeft geleid tot weigering van vorengenoemde bouwvergunning.
De verwijzing in het beroepschrift naar een ander wel door de Welstands
commissie geaccepteerd bouwplan achten wij niet reëel, omdat elk bouwplan
geheel op zijn eigen merites dient te worden beoordeeld.