f
- 310.298,22
bij bijlage nr. 149
-6-
Ad c.
Uitkering lager onderwijs.
Het nadelig verschil ad 360.236,— op dit onderdeel is als volgt te analy
seren:
1a. stichtings- en inrichtingskosten schoolgebouwen
b. kosten van onderhoud enz. van schoolgebouwen
c. kosten van onderhoud van schoolmeubelen, leer
middelen enz.
d. stichtings- en exploitatiekosten van gymnastiek
lokalen
2. uitkering voor het buitengewoon lager onderwijs
2. Rijksbijdrage met specifieke bestemming.
Dit onderdeel zal besproken worden bij de behandeling van de diverse noord- en
deelfuncties.
3. Opbrengst van gemeentelijke belastingen en rechten.
Het nadelig verschil ad 133.456,61 ten opzichte van de begroting is als
volgt te analyseren:
secretarieleges en rechten burgerlijke stand
4.200,—
leges bouwergunning
M
143.000,—
precariorechten
26.700,—
straat- en rioolbelasting en rioolrecht
II
13.000,—
baat- en aanlegbelasting
2.600,—
afvoer/zuiveringsrecht
II
1 .500,—
marktgelden/brug- en havengelden
II
6.100,—
grondbelasting
12.300,—
personele belasting
61.900,—
vermakeli jkheidsb elas ting
II
43.200,—
belasting op honden
II
1.300,—
- 135.400,
Waar nodig worden deze belastingen besproken bij de behandeling van de hoofd
en deelfuncties.
4. Winstuitkeringen van bedrijven welke als algemeen dekkingsmiddel worden benut.
De winstuitkeringen welke onder dit onderdeel zijn begrepen betreffen de uit
keringen van het woningbedrijf A en B en het energie- en waterbedrijf.
Begroting RekeningVerschil
Woningbedrijf A
342.670,—
276.728,72
-
65.941,28
Woningbedrijf B
II
11.635,
II
5.965,94
5.669,06
Energie- en waterbedrijf
II
584.700,
IT
1.024.237,97
439.537,97
939.005,
1.306.932,63
367.927,63
Voor toelichting op deze cijfers wordt ven-rezen naar de rekeningen van respec
tievelijk het woningbedrijf A en B en het energie- en waterbedrijf.
- 72.160,—
- 31 .670,—
18.655,50
4 35.236,72
- 360.236,—