iemeente Breda
Ban de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 164
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het nemen van een voorbereidingsbeslu.it voor
het Liesbos, Mastbos, Paardenbos en de Krabbe-
bossen c.a.
Tn de vergadering van 14 mei 1970 heeft Uw raad besloten te verklaren dat
voor het Liesbos, Mastbos, Paardenbos en de Krabbebossen - de z.g. meldings-
gebieden - een bestemmingsplan werd voorbereid. Het nemen van dat voorberei-
dingsbesluit was nodig enerzijds omdat de bescherming van deze landschappe
lijke en natuurwetenschappelijke waardevclle gebieden ingevolge het bepaalde
in artikel 32 van de overgangswet volkshuisvesting en ruimtelijke ordening
met ingang van 1 augustus 1970 kwam te vervallen en anderzijds omdat het op
dat moment nog niet mogelijk was de bescherming van deze gebieden door mid
del van een bestemmingsplan te continueren. Een voorbereidingsbesluit maakt
een dergelijke bescherming mogelijk, omdat daarin t.a.v. het uitvoeren van
werken en werkzaamheden bepalingen kunnen worden opgenomen worden om te
voorkomen, dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwerkelijking
van de daaraan bij het plan te geven bestemming.
hoewel de voorbereidende werkzaamheden aan het ontwerp-bestemmingsplan in
tern nagenoeg zijn afgerond en het mogelijk zou zijn op dit moment een ont
werpplan ter inzage te leggen, is dit naar onze mening toch niet gewenst,
daar het noodzakelijke vooroverleg met de diverse instanties nog gaande is.
De verwerking van de reacties ven deze instanties op het hun toegezonden
ontwerp-plan zal vrij veel tijd vergen. Bovendien is het dan niet mogelijk
Uw raad of de betreffende afdeling uit Uw raad noch belangstellenden uit de
burgerij vroegtijdig te informeren.
Om de bescherming van genoemde gebjéden te continueren i^dprhalve een nieuw
voorbereidingsbesluit nodig.Van deze gelegenheid wilIe®/-tevens gebruik maken
om ook andere gebieden, die een betere bescherming behoeven dan het vige
rende uitbreidingsplan in hoofdzaken biedt, bij het voorbe-eidingsbesluit
te betrekken.
Deze uitbreiding betreft de gronden san de noord-en oostzijd.e van het Lies^V
bos, waar moet worden voorkomen dat de ter plaatse uit te voeren ruilver
kaveling en de aanwijzing van dit gebied in hoofdzaak voor.de tuinbouw zou
den worden bemoeilijkt door bebouwing of werken, welke daarin niet passen,
voorts de merendeels beboste gronden in de Achterste Rith, de open gebieden
rond het Paardenbos en het aansluitende dal van de As of Veerijs alsook het
gebied langs de zuid-west rand van het Mastbos en tussen het Mastbos en de
grens met Fieuw-Ginneken. De omgrenzing van de in het voorbereidingsbesluit
te betrekken gronden sluit voornamelijk die gebieden in, waarvoor in het
ontwerp-plan landelijk gebied stringente bepalingen zijn opgenomen ten aan
zien van bebouwingsmogelijkheden en de aard van te vestigen bedrijven.
1/56477
12 mei 1971