lemeente Breda
an de raad der gemeente Breda.
bij bijlage nr. 164
De raad der gemeente Breda,
overwegende, dat het gewenst is, dat de landschappelijke en natuurweten
schappelijke waarden van de natuurgebieden' het Mastbos, Liesbos, Paarden-
bos en de Krabbebossen alsook de landschappelijke waarden van enkele andere
aansluitende gebieden beschermd worden;
dat een algehele herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaken, waarin
onder meer de bescherming van bedoelde gebieden zal worden opgenomen, in
voorbereiding is;
dat het mogelijk is door het nemen van een voorbereidingsbesluit op grond
van het bepaalde in artikel 21 van de Met op de Ruimtelijke Ordening, juncto
artikel 14 van deze wet, deze gebieden reeds thans een bescherming te geven,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
O
hJ/
gehoord de afdeling voor ruimtelijke ordening en economische zaken uit de
raad
gelet op artikel 21, juncto artikel 14, van de het op de Ruimtelijke Orde&ïtwt-
ning
heeft besloten.
I. te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het Liesbos
en het aangrenzende door de spoorlijn richting Roosendaal en de rijksweg 16
gegrensde gebied, een gebied in de Achterste Rith, het noordelijk deel van
de Krabbebossen, het 'astbos en de aan de zuid-west en zuid-oost zijde daar
aan grenzende gebieden het Paardenbos en het rondom aangrenzend gebied, ze
als nader is aangegeven op tekening nr. 43749-
II. te bepalen dat het verboden is binnen de onder I bedoelde gebieden zon
der of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en
wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, voorzover geen bouwer
ken zijnde, of werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde,
uit te voeren
a. het ontginr.en, het afgraven of ophogen van de bodem met meer dan 50 cm,
b. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bij wijze van
verzorging met dien verstande dat geen aanlegvergunning is vereist voor
het periodiek kappen van hakhout en andere houtopstanden voorzover dit
betreft de normale uitoefening van het op het tijdstip van inwerkingtre
ding van dit besluit bestaande bodemgebruik;