hij bijlage nr. 167(a) -6- 0 De bijdrage van de in dienst van een gemeente, een lichaam of een instel ling zijnde deelnemer wordt door die gemeente, dat lichaam of die instel ling bij iedere uitbetaling van bezoldiging ingehouden of in voorkomend geval op andere wijze ingevorderd en vermeerderd met een gelijk bedrag als bijdrage van die gemeente, dat lichaam of die instelling op de door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut gestort De overige deelnemers storten hun bijdragen en de gemeente, het lichaam of de instelling aan het dienen waarvan hun deelnemerschap is ontleend, stort een gelijk bedrag als bijdrage van die gemeente, dat lichaam of die instelling op de door het bestuur te bepalen plaats, tijd en wijze in de kas van het instituut. Indien de gemeente, het lichaam of de instel ling is opgeheven en de verplichtingen daarvan niet zijn overgegaan op een andere gemeente, een ander lichaam of een andere instelling, is de deelnemer gehouden, in afwijking van het in het eerste lid bepaalde, het dubbele van de daar bedoelde bijdrage in de kas van het instituut te storten. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste, tweede en vijfde lid draagt een als deelnemer toegelaten wethouder over een kalenderjaar bij een bedrag, gelijk aan het volgens de begroting van het instituut voor dat jaar gemiddeld per deelnemer aan bijdragen van de deelnemers, de gemeenten, de lichamen en de instellingen op te brengen bedrag en stort de desbetreffende gemeente in de kas van het instituut zoveel min der als de bijdrage van de wethouder meer bedraagt dan het geval zou zijn, ware hier niet van het bepaalde in het eerste, tweede en het vijfde lid afgeweken. De gemeente, het lichaam of de instelling, alsmede de deelnemers, bedoeld in het vijfde lid, verstrekken het bestuur alle inlichtingen, nodig voor de vaststelling van de bijdragen. HOOFDSTUK V. Rechten en verplichtingen der deelnemers Artikel 12 De rechten en verplichtingen der deelnemers en de voorschriften met be trekking tot de vergoeding en het beroep op een daartoe in te stellen commissie worden door het bestuur in een reglement en een vergoedingen- lijst vastgesteld. Dit reglement en deze lijst mogen geen bepalingen be vatten in strijd met deze regeling. Vaststelling, wijziging of aanvulling van het reglement of de vergoedin- genlijst geschiedt niet dan nadat daaromtrent centraal overleg is gevoerd. De commissie van beroep, genoemd in het eerste lid, is een administratieve commissie als bedoeld in artikel 3, derde lid, der Ambtenarenwet 1929; voorts behandelt deze commissie in enige aanleg en met uitsluiting van de burgerlijke rechter beroep ingesteld door deelnemers, die niet zijn amb tenaar in de zin dier wet. HOOFDSTUK VI Inkomsten Artikel 13 De inkomsten van het Instituut worden gevormd door:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 607