bij bijlage nr. 19
II
-3-
Artikel X
In artikel 44 wordt de tweede zin van lid 1 vervangen doors
Niet van toepassing is voorgaande bepaling:
a. in de gevallen genoemd in artikel 41 en in die waarin de vrijstelling
genoemd in do artikelen 42 en 43 is verleendj
b. in de gevallen genoemd in ar eikel 47 en in die waarin de vrijstelling
genoemd in artikel 48 is verleend, voor zover het bouwwerk geheel achter
de achtergevelrooilijn is geplaatst;
c. in de gevallen waarin de in lid 2 bedoelde nadere eis wordt gesteld.
Artikel XI
Het bepaalde onder f, h, k en m in artikel 48 wordt als volgt gelezens
f. gebouwen op binnenterreinen, mits zij op grond van artikel 37 mogen
worden gebouwd;
h. aan- en uitbouwen welke buitenwerks gemeten niet hoger zijn dan de
bovenzijde van de laagste volledig boven het terrein gelegen bouw
laag van het gebouw zelf en niet hoger dan (4,5) m boven de gemiddelde
hoogte van het terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw;
k. een bij een eengezinshuis behorende vrijstaande bergplaats voor huis
houdelijke doeleinden, met een grotere oppervlakte dan 9 m2 of een
grotere hoogte dan 2,5 m boven de gemiddelde hoogte van het terrein
ter plaatse bij voltooiing van de bouw;
m. bijgebouwen, andere dan bedoeld onder j en k, waarvan de goot- of
boeiinghoogte niet hoger dan v3m is boven de gemiddelde hoogte van
het terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.
Artikel XII
De titel van arbike1 49 wordt gewijzigd in "Erf bij tot bewoning be
stemde gebouwen".
Het bestaarde artikel kont te vervallen, artikel 49 wordt in zijn ge
heel vervangen doors
1. Bij een tot bewening bestemd gebouw moet een erf aanwezig zijn dat
ten minste een strook grond bevat dio:
a. vanuit het gebouw toegankelijk ie;
b. over de volle breedte van het gebouw aansluit aan de achtergevel;
c. voor wat betreft bet achter hot gebouw gelagen deel dat is be
grepen tussen het verlengde van de zijgevels, een diepte heeft
van ten minste 5 m»
2. De maat genoemd in lid 1 wordt gemeten haaks op de achtergevelrooi
lijn, vanuit het verst achterwaarts gelegen deel van het gebouw.
Daarbij blijven de onderdelen van dat gebouw, bedoeld in artikel 47,
alsmede balkons en veranda's buiten beschouwing.
3. Vrijstelling kan worden verleend*
a. voor wat de aanwezigheid van het erf betreft, indien de gelijk-
straats gelegen bouwlaag ven het gebouw niet is bestemd tot be
woning of tot bij woningen behorende bergplaatsen;
b. van het bepaalde onder lid 1', onder a, indien het erf deel uit
maakt van een gemeenschappelijke tuin en de benedenwoningen be
schikken over een open ruimte die ten minste dezelfde oppervlakte
heeft als de balkons bedoeld in artikel 77, lid 1