gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 178
1e vervolg)
9 juni 1971
IZ/-
Antwoorden op door raadsleden gestelde
vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 22 april 1971
De heer Kroon merkt op: bij de begrotingsbehandeling is onzerzijds een
vraag gesteld met betrekking tot gereduceerde tarieven voor bejaarden
op de B.B.A.-bussen. Het college heeft daarop bij monde van vrethouder
van Dun geantwoord dat hierover overleg zou worden gepleegd met de
B.B.A. Ik zou graag willen weten of dit overleg inmiddels heeft plaats
gevonden en zo ja, of daarvan binnenkort de uitslag aan de raad bekend
kan worden gemaakt.
ANTWOORD
Voor de B.B.A. is er geen reden een speciaal tarief voor bejaarden in
te voeren, zoals wij reeds in antwoord op een desbetreffende vraag bij
de begrotingsbehandeling hebben medegedeeld. Wij hebben ter zake nog
nader overleg met de directie van de B.B.A. gevoerd. -
Invoering van een gereduceerd tarief voor bejaarden - om andere dan be-
drijfs-economische motieven - zou bovendien automatisch een verhoogde
bijdrage van de gemeente in de kosten van het lokaal openbaar vervoer
tot gevolg hebben.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 22 april 1971
De heer Jansen zegt: Ik heb nog een opmerking naar aanleiding van punt
2m, waartoe U mij zelf aanleiding hebt gegeven bij de behandeling van
bijlage 118, over het intergemeentelijk overleg. U zei namelijk dat U
het niet juist vond een bericht in de krant te lezen over iets waarvan
II niet persoonlijk op de hoogte was gesteld. Hopelijk begrijpt IJ nu ook
dat ik het antwoord op mijn vraag van 14 januari dan ook in eerste in
stantie van het college hoopte te ontvangen, zodat ik Uw wijze van beant
woorden toen niet kon waarderen. Ik hoop dat U begrip hebt voor mijn
zienswijze en deze niet als negatief ziet.
ANTWOORD
Wij menen dat U het antwoord op Uw vraag van 14 januari 1971 heeft gekregen
van het college. Slechts voor het verstrekken van een aanvullende in
formatie heeft het college U verwezen naar een ter inzage gelegd artikel
uit De Stem. Desondanks hebben wij enig begrip voor Uw zienswijze en zien
deze niet als negatief.