aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 186
h
8 juni 1971
B/59038
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van een verordening op de hef
fing van opcenten op de hoofdsom der grond
belasting in de gemeente Breda.
Op 30 december 1970 is de Wet tot wijziging van de bepalingen inzake de ge
meentelijke en provinciale belastingen in werking getreden.
Dit heeft tot gevolg, dat met ingang van 1 januari 1972 de huidige gemeente
lijke opcentenregeling grondbelasting van rechtswege komt te vervallen.
In verband hiermede is bij wijze van overgangsmaatregel aan de gemeenten de
bevoegdheid toegekend, tijdelijk - tot op het tijdstip van inwerkingtreding
van de nieuwe onroerend goedbelasting - de opcentenheffirg grondbelasting
met ingang van 1 januari 1972 opnieuw in te voeren.
Bedoelde nieuwe belasting op onroerend goed kan alleen al op formele gronden
niet eerder dan op 1 januari 1 973 worden ingevoerd.
In de concept-begroting voor 1972 is rekening gehouden met de continuering-
van de huidige opcentenregeling grondbelasting, welke zal resulteren in een
opbrengst van 253.000,
Nadrukkelijk willen wij IJ er nog op wijzen, dat de voortzetting van de ondr -
werpelijke heffing de ja rlijkse belastingdruk voor de contribuabelen niet
verhoogt.
t)) 1 Op grond van het vorenstaande stellen wij Uw raad voor de verordening op de
heffing van opcenten op de hoofdsom der grondbelasting per 1 januari 1972
opnieuw in te voeren met handhaving van de bestaande heffing van 60 en 30 op
centen voor respectievelijk de gebouwde en ongebouwde eigendommen.
De desbetreffende ontwerp-verordening gaat ter vaststelling hierbij.
Sen eventueel afwijkend advies van de commissie voor de financiën zal U nog
nader worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
van den Dam
burgemeester.
secretaris.