gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 191 9 juni 1971 BK/49111 Yooiv.tol v.„. burgo. .ocwüor en wethouders inzake liet toekennen van een vergoeding voor liet als lid bijwonen van vergaderingen van commissies, Ingevolge liet bepaalde in de gemeentewet genieten de leden van de raad, vaar en voor zover de raad het bepaalt, voor het bijwonen van zijn ver gaderingen en van de vergaderingen van de raadsafdelingen een vergoe ding, waarvan het bedrag door Gedeputeerde Staten, nadat de raad is ge hoord, wordt vastgesteld. Dit geldt tevens voor de leden van door de raad ingestelde commissies, welke steun vinden in de gemeentewet of in bijzondere wetten. In het verleden besloot Uw raad een vergoeding toe te kennen voor het als lid bijwonen van vergaderingen van de raad, van raadsafdelingen en van enkele door de raad ingestelde, op de gemeentewet of op bijzondere wetten gebaseerde commissies. Volgens de daartoe door Gedeputeerde Staten van Hoord-Brabant bij hun be sluit van 8 mei 1968 vastgestelde regeling bedraagt die vergoeding tot dusver, wat de gemeente Breda betreft, voor het bijwonen van vergaderingen van de raad 35,en van raadsafcLelings- en commissievergaderingen 25,per lid per vergadering'. Ingevolge de binnenkort te verwachten nieuwe regeling zullen die bedragen, met terugwerkende kracht tot 1 janu ari 1971 respectievelijk tot 47,50 en 37,50 worden verhoogd met dien verstande, dat laatstgenoemd bedrag met 10,wordt vermeerderd, als de raadsafdelings- of commissievergadering voor 17.00 uur aanvangt. In deze gemeente zijn echter de laatste jaren diverse commissies, als be doeld in titel II A van de eerste afdeling' der gemeentewet, of steunend op bijzondere wetten, ingesteld, ten aanzien waarvan door Uw raad geen besluit is genomen tot het toekennen van een vergoeding voor het als lid bijwonen van haar vergaderingen. I/ij zijn van mening, dat het in deze tijd niet langer aangaat leden van dergelijke reeds bestaande of nog in te stellen commissies de hiervoor bedoelde vergoeding te onthouden, omdat zij hun tijd en werkkracht moeten geven om de taak, die uit het lidmaatschap voortvloeit, op een juiste wijze te kunnen vervullen. Daarom stellen wij Uw raad voor te besluiten aan leden van de hiervoor bedoelde commissies met ingang van 1 juli 1971 een vergoeding voor het bijwonen van haar vergaderingen toe te kennen met inachtneming van ue volgende richtlijnen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 672