1 Bij bijlage nr. 197 -2- 2. Degene, die voornemens is een dergelijke exploitatie ter hand te nemen, vraagt de vergunning schriftelijk aan. 3. De aanvraag moet vermelden; a. de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, woonplaats, adres en beroep van de exploitant of - zo deze een rechtspersoon is - de statutaire naam en het adres; b. de onder a bedoelde gegevens van de beheerder; c. het adres van het gebouw, waarin de inrichting wordt gevestigd; d. het gedeelte of de gedeelten van het gebouw, waarvoor de vergun ning wordt gevraagd e. het aantal personen, tot verblijf van wie de inrichting ten hoog ste dient. 4. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid is de aanvrager gehouden burgemeester en wethouders alle informatie, stukken en tekeningen te verschaffen, welke zij ter beoordeling van de aanvraag nodig achten. Indien de aanvrager een rechtspersoon is, worden de statu ten en een lijst van de bestuursleden bij de aanvraag overgelegd. Artikel 4 bericht van 1Onmiddellijk na ontvangst van oen aanvraag, als bedoeld in het vo- ontvangst rig artikel, zenden burgemeester en wethouders een bericht van ont vangst aan de aanvrager, onder mededeling van het bepaalde in de volgende leden en in artikel 31 lid 1 en 2. beslissing 2. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag binnen drie maanden na de dag, waarop deze is ontvangen. Zij kunnen deze ter mijn eenmaal met ten hoogste drie maanden verlengen. Van deze ver lenging wordt aan do aanvrager schriftelijk mededeling gedaan. 3. Indien burgemeester en wethouders niet binnen de in het vorig lid gestelde termijn hebben beslist, wordt de vergunning geacht te zijn geweigerd. weigerings- gronden Artikel 5 1 Burgemeester en wethouders weigeren de vergunning; a. indien de inrichting niét voldoet aan de eisen, bij of krachtens deze verordening of andere voorschriften met betrekking tot ge bouwen gesteld, tenzij van de betreffende bepalingen ontheffing is verleend; b. indien de aanvrager, c.q. de beheerder de leeftijd van 21 jaren nog niet heeft bereikt, dan wel naar het oordeel van burgemees ter en wethouders niet van zodanig levensgedrag is, dat hij ge schikt is voor de exploitatie respectievelijk de dagelijkse lei ding van de inrichting. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren; a. indien do aanvrager c.q. de beheerder niet in het gebouw, waar in de inrichting is gevestigd, woont; b. indien een huisgenoot van de aanvrager c.q. de beheerder van zo danig levensgedrag is, dat een behoorlijke exploitatie van de inrichting niet is gewaarborgd. 3. Een besluit tot weigering van een vergunning is met redenen omkleed en wordt schriftelijk ter kennis van de aanvrager gebracht onder mededeling van het bepaalde in artikel 31

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 685