2.
Bij bijlage nr. 197
-9-
beroep tegen 1
intrekking ver
gunning
verstrijken van die termijn.
3. Onmiddellijk na ontvangst van het beroepschrift zendt de voorzitter
van de gemeenteraad een bericht van ontvangst aan de aanvrager.
4. De gemeenteraad beslisx binnen drie maanden na de dag, waarop het
beroepschrift is binnengekomen.
5. Het besluit van de gemeenteraad is met redenen omkleed en wordt toe
gezonden of uitgereikt aan de aanvrager van de vergunning.
6. Indien de gemeenteraad het beroep gegrond verklaart, verleent hij
de vergunning overeenkomstig de bepalingen van deze verordening,
Voor de toepassing van deze verordening geldt die vergunning als
een door burgemeester en wethouders verleende vergunning.
Artikel 52
Tegen een besluit tot intrekking van een vergunning kan de exploi
tant bij de gemeenteraad in beroep komen. Het bepaalde in de leden
1 tot en met 5 van artikel 31 is dan van overeenkomstige toepassing.
Het instellen van een beroep, als in het 1e lid bedoeld, schorst
de intrekking van de vergunning.
3. Strekt de beslissing omtrent een zodanig beroep tot handhaving van
de intrekking van de vergunning, dan gaat deze in op de dertigste
dag na die, waarop die beslissing aan de exploitant is toegezonden
of uitgereikt.
HOOFDSTUK VII.
Overgangsbepaling
Artikel 33
1Degene, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze veror
dening een logeer- en/of kamerverhuurinrichting exploiteert, mag
gedurende twee maanden na dat tijdstip die exploitatie zonder ver
gunning voortzetten.
2. Indien de exploitant, in het eerste lid bedoeld, binnen de daar ge
noemde termijn een aanvraag om vergunning bij burgemeester en wet
houders indient, mag hij de exploitatie van de inrichting zonder
vergunning voortzetten, totdat de beslissing op die aanvraag onher
roepelijk is geworden.,
3. Onmiddellijk na ontvangst van een aanvraag, als in het vorige lid
bedoeld, zenden burgemeester en wethouders een bericht van ontvangst
aan de aanvrager. Voor het overige blijft het bepaalde in artikel
4 buiten toepassing.
HOOFDSTUK VIII.
Straf- en slotbepalingen.
strafbepaling 1
Artikel 34
Hij, die het bepaalde in artikel 3, 1e lid, van deze verordening
overtreedt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.
Bij overtreding van de in het eerste lid bedoelde verbodsbepaling
door of vanwege een rechtspersoon worden bestuurders, leden van
het bestuur of commissarissen gestraft overeenkomstig het bepaal
de in lid 1