jemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 241 S/55414 5 augustus 1971 Voorstel van burgemeester en wethouders inzake de door de N.V. Brabantsche Buurt spoorwegen en Autodiensten geëxploiteerde stadsautobusdienst De door ons college met ingang van 1 januari 1967 aan de N.V.-B.B.A. ver leende concessie om voor vier jaar het groepspersonenvervoer binnen de gemeente uit te voeren is op 1 januari 1971 geëindigd. Wij zijn de mening toegedaan, dat de voorwaarden, waaronder die concessie werd verleend, vol doende waarborgen bieden voor een zo goed mogelijke functionering van de stadsautobusdienst en voor invloed van het gemeentebestuur op die dienst t.a.v. de serviceverlening aan het publiek. Op grond hiervan zij wij, in dien U daarmede akkoord gaat, voornemens de concessie voor de komende vier jaar onder dezelfde voorwaarden te verlengen. Een ontwerp van de concessie hebben wij te Uwer volledige informatie hierbijgevoegd.*) Ingevolge het bepaalde in artikel 4 van de concessie dient jaarlijks het bedrag te worden vastgesteld, dat maximaal door de gemeente aan B.B.A. in het over dat jaar geleden verlies zal worden bijgedragen. De exploitatiebegroting van de stadsautobusdienst voor het jaar 1971, welke wij U hierbij met toelichting ter kennisneming doen toekomen, o.i. voldoende toegelicht en geeft ons college geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. De begroting sluit met een nadelig saldo van 480.603, In de gemeentebegroting 1971 werd door Uw raad een bedrag van f5000CA> uitgetrokken als bijdrage aan de B.B.A. in de kosten van het lokaal open- baar vervoer. Deze post is voldoende om het begrote tekort van de stads dienst te dekken. Op verzoek van een groot aantal bejaarden uit het Liniekwartier, hetwelk door verschillende leden van Uw raad en ook door de opbouwraad Breda-noord werd ondersteund, hebben wij - hetgeen wij U hebben toegezegd - overleg gepleegd met de directie van de B.B.A. om te bewerkstelligen, dat het Linie kwartier weer een betere busverbinding dan thans het geval is, met het sta tion en de overige stadsdelen krijgt. Het voorstel, dat genoemde directie ter zake aan ons college heeft voorgelegd, is uit een oogpunt van dienstver lening aan het publiek zeer wel acceptabel, doch gezien de finantiële conse quenties, die daaruit voor de gemeente voortvloeien voor 1972, naar onze mening thans nog niet haalbaar. Het plan van de B.B.A. behelst het doortrekken van lijn 6, die momenteel de verbinding onderhoudt tussen de wijk IJpelaar en het station, naar het Linie kwartier. Deze lijn zou dan door middel van het rijden van een lus ook het Belcrumkwartier kunnen aandoen. Lijn 2, die momenteel door de Belcrum rijdt zou dan een trajectverkorting krijgen, waardoor het mogelijk zou zijn deze lijn in het noordelijk stadsdeel te verlengen tot aan de Hamdijk, hetgeen van belang is voor de bewoners van de flats aan de Brusselstraat. Bovendien zou de route van lijn 2 verlegd kunnen worden van de Terheijdenseweg naar de Doornboslaan, waardoor het traject, waarover de lijnen 2 en 4 een tien minutendienst onderhouden, aanmerkelijk wordt verlengd. Tot slot zou het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 799