gemeente Breda
I'M
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 262
1e vervolg)
2 september 1971
IZ/-
Antwoorden op door raadsleden gestelde
vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 juni 1971
De heer CrulOp 6 januari j.l. heeft de wethouder van openbare werken
een gesprek gehad met de actiegroep milieuverontreiniging Breda-Noord.
Tijdens dit gesprek werd toegezegd dat er op niet al te lange termijn
een gesprek zou plaatsvinden over de luchtverontreiniging tussen de
C.S.M.de arbeidsinspectie, de inspectie van de volksgezondheid en
de gemeente Breda. Voor dit gesprek zou ook de genoemde actiegroep
worden uitgenodigd.
Ik verzoek het college mij in te lichten over de stand van zaken op
dit moment in deze aangelegenheid, waarbij ik vooral doel op het tijd
stip van het te voeren gesprek en de verwachtingen die het college
heeft op het punt van de noodzakelijke verbeteringen op het gebied van
de luchtverontreiniging in Breda-Noord.
ANTWOORD
Naar aanleiding van de aanvraag van de C.S.M. om een nieuwe, de gehele
inrichting omvattende vergunning ingevolge de hinderwet voor een suiker
fabriek op het perceel Markkade nr. 29 zijn, in overleg met de arbeids
inspectie, voorwaarden ontworpen, welke aan die vergunning zouden moeten
4 worden verbonden. Het concept van die voorwaarden is ter beoordeling voor
gelegd aan de inspecteur van de volksgezondheid, belast met het toezicht
op de hygiëne van het milieu, te s-Hertogenbosch.
Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat het gesprek met de actiegroep
milieuverontreiniging Breda-noord medio september a.s. zal kunnen plaats
vinden.
De in dat stadsdeel optredende luchtverontreiniging wordt voornamelijk
veroorzaakt doorde stookinstallaties van de aldaar gevestigde industrieën.
Enkele bedrijven hebben hun stookinstallaties inmiddels laten ombouwen,
waardoor op het stoken met aardgas kon worden overgeschakeld en andere
bedrijven treffen voorbereidingen om op aardgas over te gaan. Daarom'
mag worden verwacht, dat deze vorm van luchtverontreiniging aanzienlijk
minder zal worden. In dit verband kan worden medegedeeld, dat op 9 juli
1971 aan de C.S.M. vergunning is verleend voor het bouwen van een aardgas-
reduceerstation.