Bijlage nr. 287 -1- vervolgblad Het overleg, dat wij met de hoofden van de openbare scholen voor g.l.o. hebben gevoerd heeft er toe geleid, dat zij vakonderwijs in handwerken en lichamelijke oefening wensen te handhaven en met betrekking tot de uitbreiding van het vakonderwijs aan muzikale vorming de voorkeur geven boven handenarbeid. Deze mening wordt ook gedeeld door de inspecteur van het lager onderwijs die ons terzake het volgende advies heeft uit gebracht "Bij een eventuele uitbreiding van het aantal uren vakonderwijs "in het gewoon lager onderwijs gaat mijn voorkeur uit naar een "uitbreiding, resp. invoering van vakonderwijs ten behoeve van de "muzikale vorming in de g.l.o.-scholen. "Voor de meeste scholen geldt thans vakonderwijs in de vakken "lichamelijke oefening en vrouwelijke handwerken. Beiden zouden "m.i. gehandhaafd moeten blijven, al ligt het in de verwachting "dat het specifieke vak vrouwelijke handwerken (k) op den duur "zal opgaan in het totaal der handvaardigheid, waarbij ook het "onderscheid tussen jongens en meisjes zal gaan vervagen. "Een aparte vakleerkracht voor het vak handenarbeid ontmoet in het "algemeen het bezwaar, dat naast de eigen waarde van het vak "handenarbeid, ook de waarde van handenarbeid in dienst van de "andere vakken of vakkengroepen (de kennisvakken aardrijkskunde, "geschiedenis, natuurkunde b.v.) van grote betekenis is. M.i. "moet daarom het vak handenarbeid zoveel mogelijk in handen blij- "ven van de eigen leerkracht van klas of groep, te meer daar de "opleiding op dit punt hier geheel op gericht is. "Een veel moeilijker te verwerven vaardigheid blijkt de muzikale "vorming te zijn, xfelke veel sterker afhankelijk is van de aan- "leg. Daardoor dreigt de muzikale vorming der leerlingen in het "g.l.o. op het achterplan te geraken en is er slechts in enkele "gevallen sprake van een continuïteit van het eerste t/m het "zesde leerjaar. "Hier ligt m.i. een terrein voor de uitbreiding van het vakonder wijs". Gelet op een aantal factoren, zoals aanleg van het onderwijzend per soneel, het beschikbaar zijn van gymnastieklokalen, het kunnen aantrek ken van vakleerkrachten en de wenselijkheid tot geleidelijke uitbrei ding van het vakonderwijs hebben wij in overeenstemming met de hoofden van de 4 openbare scholen voor g.l.o. besloten Uw raad voor te stellen ingaande 1 oktober 1971 voor de rest van dit kalenderjaar het getal itrekelijkse lesuren vakonderwijs op de openbare scholen voor g.l.o. te bepalen op: 48 (aantal uren vakonderwi.is) 2 24 (aantal verplichte onderwijzers) Genoemde aantallen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 889