jemeente Breda
an de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 290
Voorstel van burgemeester en wethouders
de gemeentelijke kredietbank te doen deel
nemen aan de Stichting Bureau krediet-Regis-
F/53766a tratie, gevestigd te s-Gravenhage
1 september 1971
De Stichting Bureau Krediet-Registratie B.K.R., opgericht in 1965, heeft
tot doel door het verkrijgen, ordenen en mededelen van gegevens omtrent
natuurlijke personen en rechtspersonen, aan wie of ten behoeve van wie door
Nederlandse Kredietgevers, die beroepsmatig kredieten verlenen, kredieten
zijn of worden verstrekt en omtrent de aan of ten behoeve van deze peronen
verstrekte kredieten, te bereiken:
a. een evenwichtig en gezond kredietbeleid;
b. risicobeperking van de kredietportefeuilles van de Nederlandse krediet
gevers, die beroepsmatig kredieten verschaffen;
c. kosten- en tijdbesparing;
d. overcreditering bij de hiervoor bedoelde natuurlijke- of rechtspersonen
tegen te gaan.
Het bestuur van genoemde stichting wordt gevormd dcor een neutrale voor
zitter, alsmede vertegenwoordigers van de Nederlandse kredietgevers, die
beroepsmatig kredieten verlenen. Als zodanig zijn ook de gemeentelijke
(volks-)kredietbanken in het bestuur vertegenwoordigd. De neutraliteit van
de buiten de beroepsmatige kredietverlening staande voorzitter waarborgt
de absolute discretie jegens het archief van de stichting.
Gedurende de jaren 1965 en 1966 werd een registratie- en toetsingssysteem
ontworpen en een kartotheek opgebouwd. Bij de opbouw van de kartotheek werd
gebruik gemaakt van een groot aantal reeds bekende "negatieve" gegevens,
alsmede van nieuwe contractgegevens van de in deze periode meexrerkende' kre—
dietgevende instellingen. Op 2 januari 1967 kon worden begonnen met het
toetsen van de door deelnemers overwogen kredietverstrekkingen.
De belangrijkste verplichtingen van de deelnemers zijn:
- de deelnemer verplicht zich alle overvragen kredietverstrekkingen vooraf
aan de B.K.R„-karthoteek te'toetsen;
- de deelnemer verplicht zich alle afgesloten contracten direct bij het
B.K.R.te laten registreren.
Hieruit volgt, dat ook moet worden getoetst wanneer de deelnemer meent de
kredietnemer voldoende te kennen. Buiten deze procedure vallen leningen
beneden 250,of boven 25.000,'terwijl overigens de looptijd van
het krediet ten minste drie maanden moet bedragen.
Het aantal gevallen, waarin het B.K.R. iets over de kredietnemer kan mede
delen is uiteraard van groot belang. Dienaangaande deelt het B.K.R. mede,
dat het percentage "bekend" nog steeds stijgende is en eind december 1970
op 68/p lag, hetgeen wil zeggen, dat het B.K.R. in 63 van de 100 toetsingen
contractgegevens en eventuele slechte ervaringen kon mededelen.