emeenfe Breda an de raad der gemeente Breda. Bijlag nr. 291 Voorstel van burgemeester en wethouders tot 1 september 1971 herziening van de lenersvergoeding van de gemeentelijke kredietbank. F/58766b Ter zake van de lenersvergoeding is door geldnemers van de gemeentelijke kredietbank een disconto van 16$ per jaar verschuldigd, berekend over het gemiddeld uitstaand bedrag. Deze tariefstelling, waaruit behalve de rente ook .de overige kosten van de kredietbank moeten worden.goedgemaakt, dateert Van 1 januari 1966. Per 1 januari 1969 is daaraan de bepaling toegevoegd, dat deze vergoeding nimmer meer zal bedragen dan het maximum-tariefgel dend voor particuliere geldschietbanken. Dit maximum is geregeld in de geldschieterswet-, Omdat d.e geldschieterswet een naar leningsbedrag gediffe- „rentieerd tarief kent is voor leningen van de gemeentelijke kredietbank met een netto-bedrag hoger dan 1.500,en een looptijd var-24 maanden het tarief van de geldschieterswet reeds bereikt. Bij optrekking van de tarieven van de geldsehieterswet, hetgeen wij voor de naaste toekomst niet uitgesloten achten, gaat dus automatisch ook de lenersvergoeding, bij de ge meentelijke kredietbank omhoog, zij het dan tot de limiet van 16$ disconto. Zowel door ons college als door Uw raad is reeds lang aanvaard, dat de ge meentelijke kredietbank kostendekkend moet werken. Door een juiste tarief stelling, een kredietverlening op zakelijke basis en door een efficiënte werkwijze achten wij dit ook zeer wel mogelijk. Schommelingen in de exploi tatie-uitkomsten komen niet ten laste of ten bate van de algemene dienst doch deze worden door middel van een exploitatie-reserve in vergelijking gebracht. Mu wij de tariefstelling bij U aam de orde moeten stellen achten wij het gewenst allereerst enigs gegevens omtrent deze exploitatie-reserve te verstrekken Het saldo van- deze reserve bedrccg per ultimo 1970 54.626,- bij rente 1971 +-" 3.496,- geraamd tekort 1971' -• - 31.017,- rente 1972 1.816,- geraamd tekort 1972 - 10.928,- per saldo 17.993 De kredietbank leed over 1969 een verlies van 4.268,13; over 1970 bedroeg het verlies 17.454,26, voor 1971 is een verlies geraamd van 31.017, en voor 1972 wordt een verlies verwacht van 10.928, Het is duidelijk, dat maatregelen nodig zijn om weer tot een sluitende exploitatie te komen, omdat anders in de naaste toekomst voor het onder havige doel toch een beroep zal. moeten worden gedaan op de algemene midde len. - -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 899