bijlage nr. 23
Het bedrag van 12.211,wegens achterstallig onderhoud wil de
bouwvereniging bestrijden uit het "fonds exploitatie centrale anten
ne van het complex 1955 Breda", doch ter financiering van de verbete-
ringskosten ad 16.671wordt een voorschot, in casu een lening
ingevolge artikel 60 van de woningwet, aan de gemeente gevraagd.
Aangezien een behoorlijke T.V.-ontvangst door de huurders van een
complex woningen van deze omvang als een redelijke eis mag worden
beschouwd, zijn wij van mening dat het verzoek om financiële medewer
king der gemeente diei t to worden ingewilligd.
De kosten van het bestaande centraal antenne-systeem zijn destijds
bij de vaststelling der bouwkosten en de huurprijzen in aanmerking
genomen. Evenwel zijn de stichtingskosten van het onderhavige com
plex niet met rijksvoorschotten ingevolge de woningwet 1901 gefinan
cierd.
Hochtans hebben wij uit hoofde van de ernstige financieringsmoeilijk
heden van de gemeente aan de centrale directie van de volkshuisves
ting en de bouwnijverheid verzocht om te willen bevorderen, dat ten
behoeve van de nu voorgenomen reconstructie van de installatie een
lening uit 's rijks kas ingevolge de woningwet aan de gemeente wordt
verstrekt
Het aanvragen en aanvaarden van zodanige financiële steur van het rijk
behoort tot de conipe entie van Uw raad, zodat terzake ook een besluit
dient te worden genomen.
De huurverhoging wegens de uit te voeren verbeteringen aan het systeem
worden door de bouwvereniging als volgt becijferd:
10 jarige 8 5/8?'> annuïteit van 46.671,7-152,69
Per woning per jaar beloopt de verbeteringshuur derhalve
7.152,69 154 45
inclusief huurderving 100/98 x 46,45 47,40
onderhoudskosten 11 10,
Tezamen 57,40
zijnde per maand
De rente over een lening van de gemeente zal evenwel 9', moeten belo
pen, doch anderzijds zou het huurbedrag kunnen worden gereduceerd, in
dien van rijkswege een lening tegen een lager rentepercentage dan
8 5/8 momenteel geldt 8' -en eventueel met een langere looptijd zou
xrorden verstrekt. In de berekening van de huurverhoging menen wij
derhalve vooralsnog geen correctie te moeten aanbrengen.
Resumerende mogen wij Uw raad voorstellen: