gemeente Breda
v
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 300
St/2/60395
8 september 1971
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het beschikbaar stellen van een krediet voer
het tijdelijk instandhouden van panden in
het gebied Leuvenaarstraat/l'iiddeliaan.
Ter realisering van het door Uw raad vastgestelde bestemmingsplan Leuve
naarstraat-Middellaan, zijn praktisch alle in dit gebied gelegen eigen
dommen -voor zover verwerving daarvan door de gemeente noodzakelijk en/of
gewenst is- door de gemeente aangekocht. Het overgrote deel daarvan zijn
woningen. Reeds diverse panden zijn ontruimd en dichtgemetseld (zie teke
ning no. 43805*) en zelfs reeds afgebroken, doch wegens het grote tekort
aan vervangende woningen die qua huurprijs, situering en type voor de on
derhavige te verplaatsen bewoners geschikt zijn, zal een niet gering aan
tal woningen nog enkele jaren in stand moeten worden gehouden.
Blijkens het ter visie gelegde ontruimingsprogamma 1971-1981 zullen er na
1971 nog 193 woningen bewoond zijn, waarvan de laatste 46 -gelet op het
thans te realiseren ontruimingstempozoals dat in genoemd progam tot uit
drukking is gebracht- eerst in 1975 kunnen worden leeggemaakt.
Aanvankelijk was gehoopt in de laatste 9 maanden van 1971 83 panden te
kunnen ontruimen. Doordat minder vervangende woningen met een voor de te
verplaatsen gezinnen aanvaardbare huurprijs beschikbaar kwamen, moest dit
streefgeval in juni j.l. noodgedwongen worden verlaagd tot 48 voor de
periode juni-december.
Vele van deze panden verkeerden toen de gemeente ze verwierf in een mini
male staat van onderhoud.
Bewoning van de na 1971 nog in stand te houden panden is slechts toelaat-
baar als daaraan een aantal werkzaamheden wordt verricht.
Uitgangspunt daarbij zijn de klachtenbriefjes welke zijn overhandigd op
de eind mei door bewoners van meergenoemde wijk belegde hearing, welke
ook door de wethouder van ruimtelijke ordening en openbare werken is bij
gewoond.
Deze klachten, die meremdeels bij de dienst van openbare werken niet be
kend waren en vooral geuit zijn door bewoners die inwonen tussen reeds
ontruimde en dichtgemetselde woningen, hebben voornamelijk betrekking op:
a. lekke daken en goten;
b. het niet goed funktioneren van de rioleringen;
c. de slechte toestand van de elektrische installatie;
d. gebreken aan de schoorstenen.
Voor zover het normaal gemeentelijk onderhoud betreft, wordt dit verricht.
Voor uitvoering van de overige werkzaamheden, voor zover dit strikt nood
zakelijk is (aan de na 1971 te ontruimen woningen), is volgens een globale
i raming een bedrag benodigd van 260.000,
Wij stellen U daarom voor overeenkomstig de bijgevoegde begrotingswijzi-
ging*)een krediet van 260.000,beschikbaar te stellen ten laste van
het woningbedrijf B, dat via het grondbedrijf B vooralsnog als rendabel
kan worden aangemerkt.