gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
st/63303
Bijlage nr. 305
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
ongegrondverlclaring van het verzoek om voor
ziening tegen de weigering van een vergunning
voor het verbouwen van het pand Kolfbaanstraat
13 tot berging.
1971, S/57752, verzonden 7 juni 1971, hebben wij
de vergunning tot het verbouwen van de onbewoonbaarverklaarde woning kolf
baanstraat 13 tot berging ten name van P.J. Korebrits, wonende te Breda,
Kolfbaanstraat 20-22, geweigerd wegens strijd met het ter plaatse geldende
bestemmingsplan Tuinzigt 1965.
Bij schrijven van 10 juli 1971 heeft de heer P.J.Kprebrits aan Uw raad voor
ziening gevraagd tegen genoemd weigeringsbesluitHoewel dit verzoekschrift
niet binnen de in artikel 51 der Woningwet genoemde termijn is ingediend
stellen wij U voor de heer Korebrits toch in zijn verzoek om voorziening
ontvankelijk te verklaren gelet op de korte termijn van overschrijding en de
omstandigheid, dat hij onze beslissing eerst op 12 juni 1971 van zijn gemachw
tigde heeft ontvangen.
Het verzoek om voorziening is gebaseerd op de volgende overwegingen: het
pand Kolfbaanstraat 13 is dringend nodig voor de opslag van centrale ver
warmingsonderdelen; het maken van een inrit is dringend nodig voor het la
den en lossen. Indien deze tijdrovende werkzaamheden op de openbare weg
moeten geschieden zal er zeker een verkeerschaos geschapen worden, terwijl
dit ook een opstakel voor de recht tegenover het perceel gelegen uitrit zal
vormen. Bovendien is reeds een bedrajf gesticht op een ander perceel in de
Kolfbaanstraat, na goedkeuring van het bestemmingsplan Tuinzigt 1965.
Ten aanzien hiervan mogen wij het volgende opmerken.
In de vergadering van 16 april 1970 heeft Uw raad besloten de woning Kolf
baanstraat 13 onbewoonbaar te verklaren.
Op 2 april 1971 hebben wij toestemming verleend deze onbewoonbaar verklaarde
woning tot wederopzegging in gebruik te nemen als opslagruimte voor centrale
verwarmingsonderdelen.
Het perceel Kolfbaanstraat 13 is gelegen in het bestemmingsplan Tuinzigt 1965
en heeft daarin de bestemming van Bouwklasse D. Op grond van de bebouwings
voorschriften, behorende bij genoemd bestemmingsplan, mogen op gronden met
deze bestemming slecht worden opgericht of verbouwd eengezinswoningen, winkels
of horecabedrijven. Het bouwplan van de heer Korebrits strekte echter tot
het verbouwen van de woning tot berging en het maken van een inrit en was
derhalve niet in overeenstemming met het bestemmingsplan. Op grond van het
bepaalde in artikel 43 van de Woningwet hebben vrij derhalve de vergunning
moeten weigeren.
Het bedrijf, waarnaar door reclamant wordt verwezen, is vermoedelijk de op
slag in lompen en oude metalen op het perceel Kolfbaanstraat 31
Hoewel dit bedrijf ook niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan
Tuinzigt 1965 hebben wij geen middelen om tegen deze vestiging waarvoor
geen verbouwing nodig is geweest, op te treden. De ingevolge de Hinderwet
vereiste vergunning hebben vrij daar voldaan is aan de bepalingen van deze
wet, moeten afgeven.
1 september 1971
Bij ons besluit van 1 juni