Bijlage nr. - -
Thans doet zich echter de omstandigheid voor, dat realisering van het bestem
Voo
mingsplan Leuvenaarstraat-Middellaan 1969 de amovering van de-Van Coothwoningen
een
veronderstelt, zulks deels ten behoeve van het stichten van nieuwe bebouwing,
tin
deels ten behoeve van de aanleg van de verbindingsweg tussen de Lunetbrug en
het
de Ilieuwe Prinsenkade.
de
Zou de gemeente tot sloping der panden overgaan, dan houdt dit in dat de aan
Dez
het legaat verbonden last niet meer door de gemeente wordt (kan worden) uitge
196
voerd. De erfgenamen van dr. Van Cooth hebben dan -zowel in collectiviteit
te
als individueel- de bevoegdheid om middels rechterlijke tussenkomst de vervallen
mee
verklaring van het legaat te vorderen; deze vervallenverklaring heeft tot ge
wer
volg dat het legaat met terugwerkende kracht toevalt aan de erfgenamen: de ge-V
dag
meerite verliest dan de eigendom der panden.
eig
Teneinde deze ongewenste ontwikkeling te voorkomen, is in 1961 getracht van de
a.
erfgenamen instemming te verkrijgen om tot amovering der panden over te gaan,
zulks onder de toestemming, dat aan de raad zou worden voorgesteld aan de erf
b.
genamen als collectiviteit de getaxeerde waarde der woningen uit te keren. Wij
merken hierbij op, dat voor een uitkering aan de collectiviteit der erfgenamen
Opg
werd gekozen enerzijds gelet op het feit, dat het voor de gemeente zeer moei
zij
lijk is met absolute zekerheid alle erfgenamen van de legator te bereiken, an-
eig
derzijds gezien het feit, dat de gemeente geen inzicht heeft in de mate van
lat
deelgerechtigdheid van elke erfgenaam afzonderlijk.
zak
De in 1961 ondernomen poging tot verkrijging van de instemming met de voorge
het
nomen amovering heeft tot resultaat gehad dat het overgrote deel der erfgenamen
gat
- voorzover zij bekend én te achterhalen waren - met het gedane voorstel heeft
wor
ingestemd; van enkele erfgenamen is geen reactie ontvangen, terwijl één der
Het
aangeschrevenen zijn toestemming weigerde, tenzij hem een bedrag van 5.000,
nie
werd uitbetaald. Aangezien dit bedrag verre uitging boven de waarde welke aan l
het
ieder der erfgenamen op grond van het vorenstaande zou toevallen (een getaxeerr
om
de waarde van enkele tienduizend guldens tegenover meer dan honderd erfgenamen)
en bij niet-betaling van de gevraagde 5.000,deze erfgenaam de vervallen
verklaring van het legaat met de hierboven weergegeven consequentie zou kunnen
Uit
hei
vorderen, is verder afgezien van pogingen, een oplossing via deze weg te vinden,
Eon
temeer nog daar uit het stilzwijgen van enkele erfgenamen niet mocht worden af
ove
geleid, dat zij wel zouden toestemmen in de voorgenomen amovering.
dee
het
ten