0> 4 - fgenamen Getransponeerd op de Bredase situatie komt de zienswijze van de Hoge Raad hier e toede- op neer, dat wanneer de gemeente at. Een a. ter uitvoering van een publieke plicht (i.e. realisering van een bestemmings ele erven plan) de woningen sloopt en daardoor de bij het legaat opgelegde last niet oeding meer nakomt, en sn zal van de- lebben af- b. aan de erfgenamen een vergoeding aanbiedt, gelijk aan die welke de erfgena men zouden hebben ontvangen indien de woningen na vervallenverklaring van het legaat aan de -erfgenamen als collectiviteit zouden zijn teruggekomen en daarna zouden zijn onteigend, sevelens- de erfgenamen bij het herroepen van het legaat geen belang meer zullen hebben en derhalve van hun recht tot vervallenverklaring geen gebruik mogen maken. het groot- In deze gedachte is dus de stedebouwkundige regeling (a.) een begin van een (3$ van rechtvaardigheidsgrond, welke volledig wordt door het aanbieden van een ver •ente voor- goeding (b,). U duide- nte in r ogen drag van Deze procedure komt ons zowel zeker qua resultaat als aanvaardbaar uit een oog punt van benodigde tijd voor. Ter voorbereiding van een en ander hebben wij een drietal deskundigen - die be acht, ter- horen tot hen, die gemeenlijk door de rechtbank als deskundigen in onteigenings n zaken worden aangewezen - verzocht de onteigeningswaarde van de Van Cooth-woningen nu, het vast te stellen. Hun taxatierapport, dat wij voor U ter inzage hebben gelegd, sluit ',j oe wordt op een bedrag van 84.000,Dit bedrag zou in de geschetste constructie als ver d tot een goeding aan de erfgenamen worden aangeboden. V/ij merken overigens nog het volgende s oplos sing niet op: zoals reeds eerder gezegd, heeft de gemeente voor een bedrag van 5.600, (welk bedrag resteerde van de gelegateerde som ad 25.000,na realisering der or het woningen) inschrijvingen genomen in het Grootboek. Deze inschrijvingen staan op ling derf naam van de gemeente Breda en behoren derhalve tot het gemeentelijk vermogen. ndat deze Anderzijds maakt het bedrag van 5.600,deel uit van het legaat, zodat het oewoners ons juist voorkomt om bij de regeling ten aanzien van de woningen ook dit be ïg te zoe- drag te betrekken en de vergoeding- ter liquidering van het totaal- te brengen 1 op 89.000, -j ge- Het ligt in ons voornemen om dat bedrag - zo Uw raad met vorenomschreven pro •rest ge- cedure kan instemmen en het bedrag van 84.000,voteert - in de consignatie rgen- kas te storten en daarvan aan de erfgenamen mededeling te doen, zodat zij zich over de bestemming van het bedrag kunnen beraden en desgewenst tot verdeling kunnen overgaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1036