-17- F. Huurharmonisatie De huurharmonisatiejhetgeen een rijkszaak is, waarvan de uitvoering en toepassing door de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening aan de gemeenten is opgedragen, houdt in, dat de huurprijzen van woningen, welke ouder zijn dan 5 jaar, geleidelijk worden aange past aan het huurniveau van nieuwe woningen, welke de laatste 5 jaar met subsidie van het rijk zijn gebouwd. Met de harmonisatie van de huren wordt beoogd te bewerkstelligen, dat voor gelijk woongenot een gelijke huur wordt betaald. Daarbij dient derhalve rekening te worden gehouden met de woonwaarde van de woningen, bepaald door factoren als soort woning, grootte, indeling, ouderdom, voorzieningen en ligging. Door de gemeente is, in samenwerking met de plaatselijke bouwvereni gingen, voor de huuraanpassing per 1 april 1972, een huurharmonisatie- plan opgesteld, waarbij gebruik is gemaakt van de door het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening geadviseerde puntenwaar dering. Deze is voor de bepaling van het huurniveau per 1 april 1973 (2e fase van de huurharmonisatie) in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de federaties van woning-corporaties in enke le opzichten verfijnd. Het harmonisatieplan zal voor de huuraanpassing per 1 april 1973 daarop worden afgestemd. Het harmonisatiepeil 1972 voor de woningen gebouwd in de laatste 5 jaar, bedraagt voor deze gemeente; gemiddeld aantal punten per woning: 143>9 punten x de gemiddelde waarde per punt.; 1 1 28 162,30 per maand. Voor elke volgende aanpassing schuift deze groep van 5 jaar steeds één jaar op. De volledig geharmoniseerde huurprijs van de oudere woning bedraagt bij een woonwaarde van bijvoorbeeld 100 punten: 100/143,9 x 162,30 112,80 per maand. De thans geldende huurprijs wordt geleidelijk (jaarlijks aangepast aan de volledig geharmoniseerde huurprijs en wel zodanig, dat de maximale huurverhoging niet meer mag bedragen dan 6°/> van het harmo nisatiepeil, i.e. 6°/o van 162,30 9,75 per maand. Als niet alle huurders van een complex woningen, dat onder de regeling voor de niet-verplichte jaarlijkse huurverhoging valt, met de huur verhoging akkoord gaan, kan de verhuurder aan de minister vragen de nieuwe huurprijzen per complex bindend vast te stellen. Zulks is ook het geval met een verhoging van meer dan 6fo> voor de woningen waar voor de verplichte jaarlijkse huurverhoging geldt en die ouder zijn dan 5 jaar. In deze gevallen brengt de huuradvieseommissie advies

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1177