Bijlage nr. 62 -4- A. de vestiging van een benzineverkooppunt aan de Irenestraat niet behoeft te leiden tot een v.ea&iindering van de omzet bij de in de omgeving aanwezige verkooppunten: dit zou wel het geval kunnen zijn indien die verkooppunten en het onderhavige punt een uitge sproken wijkkarakter zouden hebben: naar onze mening is die situatie echter niet aanwezig. B. de vestiging van een benzinestation noch in het algemeen, noch in dit geval leidt tot schade of onevenredige benadeling van de be woners uit de omgeving. Enerzijds moet een benzinestation geacht worden te behoren tot het normale straatbeeld, anderzijds zal de aanwezigheid van het station geen onevenredige hinder aan de om wonenden veroorzaken. Resumerend stellen wij vast dat de gemeente als publiekrechtelijk lichaam geen bevoegdheden bezit, de vestiging van het onderhavige verkooppunt tegen te gaan; het niet-gebruiken van de ontheffings mogelijkheid (wij merken hierbij op, dat het al dan niet gebruik maken van die mogelijkheid aan ons college is gedelegeerd) om zodoende langs privaatrechtelijke weg te bereiken wat langs publiekrechtelijke weg niet mogelijk is, achten wij onjuist, temeer omdat de ontheffings mogelijkheid in de overeenkomst niet voor dat doel is opgenomen. Wij stellen U voor de brief van de bewoners van de Irenestraat conform het vorenstaande te beantwoorden. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. Liggen ter visie in de leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 127