bij bijlage nr. 419a
-3-
6. Ir. afwijking van het bepaalds in artikel 18, 1e lid, kan de voorzitter
aan de beraadslaging over oen aan do orde zijnd onderwerp een instantie
toevoegen, voor zover zulks naar zijn oordeel voor de behandeling van een
notie r.odig is.
7. Ir.dier; een notie is aanvaard wordt door de voorzitter in dezelfde of in
de eerstvolgende gewono vergadering aan de raad medegedeeld of en zo ja
op welke wijze aan deze notie zal worden voldaan.
Sluiting beraadslaging
Artikel 27
Wanneer niemand neer het woord vraagt en dit overeenkonstig het bepaalde in
de voorgaande artikelen ook kan verkrijgen, sluit de voorzitter de beraad
slaging.
Ver.on van besluit
Artikel 23
Indien de beraadslaging i3 gesloten, of gebleken is, dat geen beraadslaging
wordt gewenst, gaat de raad over tot het nemen van een besluit.
Stemming over zaken
Artikel 2°
1Indien één. of meer leden 3tomning vragen over een aan de orde zijnd onder
werp, dat niet het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen-
van personen betreft, danwel over een daarop tijdens de beraadslaging in
gediend^) amendement, sub-amendement en/of motie, geschiedt die stemming
bij hoofdelijke oproeping naar de volgorde der namen op de presentielijst.
Eer. stemming over een amendement, 3ub araendement en/of motie gaat, in do
volgorde door do voorzitter te bepalen, vooraf aan de stemming over het
onderwerp zelf.
Voor alle stemmingen met betrekking tot het aan de orde zijnd onder-werp
wordt eenmaal door het lot bepaald, net welk nummer van de presentielijst
zal worden begonnen,
2. Als geen stemming wordt verlangd en do besluitvorming derhalve overeenkom
stig artikel 55, 2e lid, van de gemeentewet plaatsvindt, kunnen ter ver
gadering aanwezige leden vorderen, dat in de notulen wordt aangetekend,
dat zij geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
Artikel 50
1Behouder.3 ir.de gevallen/aarin een lid zich op grond van het bepaalde in de
artikelen 25, 52 en 257 der gemeentewet van stemming moet onthouden, is
ieder in de vergadering aanwezig lid verplicht om bij elke stemming over
een zaak zijn stem uit te brengen.
2. De leden stemmen over alle zaken met het woord "voor" of "tegen".
De secretaris houdt hiervan aantekening.
3. Eer. in de vergadering aanwezig lid, dat niet overeenkonstig het bepaalde
in lid 2 stemt, wordt voor de totstandkoming van het besluit geacht niet
aar. de stemming te hebben deelgenomen.
i. Eer. eenmaal uitgebrachte sten kan niet meer gewijzigd worden, zodra het
volgend lid zijn sten heeft uitgebracht. Degene, die het laat3t heeft ge
stemd kan zijn sten niet meer wijzigen, nadat de secretaris met het tellen
van de stemmen is begonnen.
5. Een lid, dat zich bij het uitbrengen van zijn stem heeft vergist, heeft