gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
veer 2.200,-
Bijlage nr. 421
ders van Breda
burgemeeu
ij
secretaris.
P/0/921 32
28 november 1972.
Voorstel van burgemeester en wethou
ders tot het aangaan van kasgeldle-
ningen met een maximum-looptijd van
een jaar.
Voor enkele jaren werd door Uw raad jaarlijks aan ons college opgedragen kas
geldleningen en krediet in rekening-courant op te nemen.
Als maximum van het, ten behoeve van de voortgang van de gemeentelijke huis
houding op te nemen bedrag werd gesteld de zogenaamde kasgeldnorm te weten
25.3 van de in de begroting geraamde inkomsten van de gewone dienst met uit
zondering van de hoofdstukken XII en XIV.
Door de geringe toewijzing van vaste geldleningen in het kader van de centrale
financiering was de behoefte aan middelen op korte termijn de laatste jaren
groter dan de ka3geldnorn.
In verband hiermede is, op verzoek van gedeputeerde staten, door U gedurende
de laatste jaren per kwartaal een maximum bepaald van hetgeen aan kort geld
aangetrokken mocht worden.
Met uitzondering van het laatste kwartaal van 1972 was dit bedrag steeds hog.r
dan de kasgeldnorm. De verbetering is veroorzaakt door de ruimere toewijzing
van vaste geldleningen.
Wij zijn van mening, dat onder normale omstandigheden de behoefte aan middelen
op korte termijn de kasgeldnorm niet zal overschrijden. Ook onder de huidige
omstandigheden is een dergelijke verwachting gerechtvaardigd.
Het is om deze reden, dat wij U voorstellen voor altijd te besluiten dat het
op te nemen bedrag van middelen op korte termijn de kasgeldr.orm - afgerond op
een bedrag van 1.000.000,naar boven - niet mag overschrijden en ons college
op de gebruikelijke manier met de uitvoering te belasten.
Voor 1973 betekend dit een bedrag van 36.000.000,Deze methode hef ft het
voordeel dat Uw raad - uitzonderlijke situaties daargelaten - in de toekomst