Bijlage nr. 427 -5- "In beginsel komt de beroepssport niet voor overheidssubsidie in aar. merking. Zij dient zichzelf op commerciële basis geheel tebedruipen. Toch kunnen er overwegingen zijn, die de overheid kunnen doen beslui ten een beroepssportorganisatie, die in financiële moeilijkheden ver keert, bij te springen. Wij denken hier b.v. aan de belangrijke re creatieve waarde, die gelegen is in de beroepssport als schouwspel". Rechtvaardigt het feit, dat een bepaalde activiteit van betekenis is als vorm voor passieve recreatie, een subsidie van de overheid De studiecommissie subsidiëring betaald voetbal beantwoordt deze vraag bevestigend, evenals vele gemeentebesturen gelet op do daad werkelijke incidentele of jaarlijkse subsidiëring, veelal in relatie tot het bezoekersaantal of recette-opbrengst. Uit het vorenstaande zijn ten aanzien van het betaald voetbal in zijn algemeenheid de volgende drie conclusies te trekken: 1het betaald voetbal is van belang voor de vrijetijdsbesteding in het algemeen en de passieve recreatie in het bijzonder; 2. het botaald voetbal is niet in staat zichzelf geheel te bedruipen 3. méér-inkomsten voor het betaald voetbal zijn noodzakelijk. Projecteren wij deze conclusies op de situatie in Ercda, de v.v. N.A.C. dan blijkt het volgende: ad 1 In de afgelopen drie seizoenen registreerde N.A.C. de volgende bezoekersaantallen: 1969/1970 133-083 1970/1971 151.423 1971/1972 140.504 Deze aantallen tonen aan, dat de v.v. N.A.C. van belang is voor de passieve recreatie in Breda. ad 2. Blijkens de voorlopige exploitatie-rekening over het seizoen 1971-1972 van de v.v. N.A.C. - ligt voor U ter visie als bij lage 1 - is dat seizoen afgesloten met een nadelig saldo van 190.400,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1329