gemeente Breda
aan de raad der gemeenfe Breda.
f
Bijlage nr. 428
W/93182
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot benoeming van een lid van het colle
ge voor de verlening van bijstand.
7-december 1972
In het college voor de verlening van bijstand is een vacature
ontstaan. De heer J. Mol is op 1 januari 1973 zeventig jaar ge
worden en daarmee is, ingevolge artikel 4, lid 3, van het regle
ment voor het college voor de verlening van bijstand, zijn zit
tingsduur als lid van dit college beëindigd.
Uw raad dient in de ontstane vacature te voorzien.
Tot nu toe zit er in het college voor de verlening van bijstand
maar één lid/raadslid, het wettelijk voorgeschreven minimum voor
een commissie ex artikel 61 en volgende van de gemeentewet.
De raadsafdeling voor maatschappelijk werk, sociale zaken en
volksgezondheid heeft er meermalen bij ons college op aange
drongen voor een eerstvolgende vacature de raad voor te stellen
nog een tweede lid/raadslid in het college voor de verlening van
bijstand te benoemen, om daarmee de relatie tussen de raad en het
college voor de verlening van bijstand te versterken. V/ij hebben
daar geen bezwaren tegen.
Wij stellen daarom voor in de ontstane vacature in het college
voor de verlening van de bijstand te voorzien door benoeming van
een lid uit Uw midden.
Het te benoemen lid zal in het college voor de verlening van bij
stand zitting hebben tot de eerste dinsdag van september 1974.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Kerkx
f
burgemeester.
van den Dam
secretaris