3
Bijlage nr. 70
voor aspecten van algemene, zeker niet van zuiver technische aard,
zoals b.v. de complexe contractuele en financiële kwesties, fasering
van het werk, vormgeving van het stationsvoorplein, budgetbewaking,
grondzaken en dergelijke.
Van de zijde der gemeente is van de aanvang van de bijeenkomsten der
begeleidingscommissie aangedrongen op een goede kostenbewaking van
het hoogspoorwerk.
Waar en voor zover de werken door N,S. werden uitgevoerd, diende
signalering van kredietoverschrijdingen van die zijde te worden gedaan.
Door N.S. is in een vergadering van de begeleidingscommissie in 1968
wel de aandacht erop gevestigd, dat de totale kosten van het project
de aanvankelijke ramingen zeker zouden gaan overschrijden, een te
verwachten mededeling, die was gebaseerd op geconstateerde loon- en
prijsontwikkelingen.
De gemeentelijke vertegenwoordigers in de begeleidingscommissie hebben
daarop verzocht inzicht in de grootte van de prijsstijgingen voor de
verschillende onderdelen van het werk te verkrijgen, op welke infor
matie in volgende vergaderingen der commissie is aangedrongen en
welke informatie in uitzicht werd gesteld.
Voor een zinvol voorstel aan de gemeenteraad tot kredietversterking
en wijze van dekking was namelijk meer en concrete informatie nodig.
In de ramingen van U.S. was uiteraard enige reserve voor onvoorzien
ingebouwd. Mede door een complex van factoren zoals versnelde uit
voering in het begin (4 i.p.v. 5 perioden), het niet behoeven te
verplaatsen van Esso-benzineverkooppunt en praktisch geen tegenvallers
in het werk, kon tot en met 1970 de afrekening gemeente - N.S., zoals
was op te maken uit de van N.S. ontvangen nota's binnen de verschil
lende krediet-onderdelen plaats vinden.
Zodoende hebben wij ook, zowel in ons schrijven aan uw raad betreffende
de realisering van een perrontunnel vanaf de noordzijde van het station
(bijlage nr. 503 van 1968*) als bij ons voorstel tot het aangaan van
de overeenkomst inzake de reconstructie van het stationsvoorplein (bij
lage nr. 206 van 1970*) - waarvan de kosten toen nog slechts globaal
bekend waren - nog niet op aanpassing van de voor die onderdelen be
schikbare kredieten aangestuurd.
Door de vooral in de laatste jaren in sterker mate opgetreden loon- en
prijsstijgingen, de geleidelijke verhoging van de algemene kosten (op
slagen) van N.S. en de invoering van de B.T.W. per 1 januari 1969, werd
de behoefte aan het bijstellen van de kredietvoteringen echter urgent.
Deze omstandigheden hebben namelijk de stijging van de kredietbehopften
veroorzaakt
Medio 1971 werd via de begeleidingscommissie de nieuwe totaalbegroting-
naar de toestand per 1 januari 1971 verstrekt, sluitende met een totaal
bedrag van 52.004.000,waarbij is uitgegaan van het prijspeil 1971.
Waar evenwel het werk zich, gerekend vanaf genoemde datum, nog over een
periode van tenminste zes jaren uitstrekt, mag redelijkerwijze worden
aangenomen, dat aan het einde van het werk dit bedrag toch niet toereikend