4
ft
Bijlage nr. 70
zal blijken te zijn. Daarom heeft N.S. de nog over de jaren 1971 tot
en met 1976 te verwerken bedragen geïndexeerd volgens de hierbij ge
voegde indexcijfers (bijlage l).
Indexering van de vo'o'r 1971 verwerkte bedragen bleek niet nodig, omdat
doorde in de ramingen 1962 aanwezige reserves en het eerder in dit
voorstel gesignaleerde complex van factoren de opgevoerde kredieten in de
eerste jaren van uitvoering niet werden overschreden.
De door N.S. toegepaste indexeringen voor de loonkosten zijn afgeleid
van de normionen van de Commissie Normionen en Prijzen; voor de ma
terialen is met een verhoging gerekend van 3f° per jaar. De verhouding
tussen loon- en materiaalkosten is gesteld op 40 60/ó. Dezerzijds
zijn die indexeringen nog vergeleken met de bouwindexcijfers van het
Centraal Bureau voor de Statistiek, waarbij kon worden vastgesteld
dat beide vrijwel overeenkomen.
Voorts zijn door N.S. de algemene kosten en de omzetbelasting/B.T.W.
uit de ramingen afgesplitst, waardoor het mogelijk is de zuivere
"werkbedragen" te vergelijken.
Volgens de methode van indexering worden de uiteindelijke kosten be
cijferd op 58.510.000,waarbij uiteraard moet worden gesteld,
dat het prognostiseren van het verloop van het loon- en prijspeil
velerlei onzekerheden inhoudt.
De nadere ramingen als bovenbedoeld geven het volgende beeld;
Omschrijving
Bouwkosten
Algemene kosten N.S. en
O.B./B.T.W.
Totaal
Raming 1962
30.133.000,-
Raming 1971
huidig _P£ij£peilgeïndexeerd
40.000.000,- 44.733.000,-
6.027.000.- 12.004.000.- 13.777.000.-
36.160.000,- 52.004.000,- ƒ58.510.000,-
Wij menen dat voor de nu noodzakelijke kredietverhoging veiligheidshalve
dient te worden uitgegaan van het maximaal benodigde bedrag, zijnde de
huidige kosten met indexering voor de jaren 1971 tot en met 1976, der
halve 58.510.000,
Van dit bedrag komt QO^/o, zijnde 47-100.550, voor rekening van de
gemeente, zodat een kredietverhoging nodig is van 47.100.550,minus
29.185.275,— - 17.915.275,
Op ons verzoek is door N.S. bestudeerd of een nadere fasering van de
xrerken en daardoor verlichting van de jaarlijkse lasten in de komende
jaren tot de mogelijkheden behoort. Nagegaan is, welke onderdelen van
het project in de eerstvolgende jaren - vooral in 1973 en 1974 - ge
temporiseerd zouden kunnen worden, en v;at eventueel naar een wat minder
nabije toekomst kan worden verschoven.
De mogelijkheden zijn beperkt, omdat het project "Breda hoog" een com
plex van werken vormt, waarvan geen delen of onderdelen niet nodig zijn
of gemist kunnen worden. Het is technisch mogelijk de bouw van het sta
tion met annexen te realiseren in drie in plaats van twee bouwperioden.