Bijlage nr. 70 S De bij bedoeld voorstel gevoegde en tevens vastgestelde begrotings wijziging (80e wijziging 1964) gaf een bedrag aan van 32-499-775, zijnde de kosten van categorie I (verminderd met de bijdrage van N.S.) en II. Ten behoeve van de kosten begrepen onder categorie III (viaducten Kapittelweg en Moleneindstraat) zijn afzonderlijke kredieten verleend. De kosten van de bijkomende werken viaducten Kapittelweg en Moleneind straat (vermeld onder categorie III sub 1, b en c en 2, b en c) zijn begrepen in de kredieten ten behoeve van de aanleg van de Kapittelweg tussen Teteringsedijk en Baliëndijk respectievelijk "aanleg wegvakken in de noordelijke oost-west verbinding" (gedeelte Oosterhoutseweg - Tilburgseweg)Beide laatste posten zijn uitgevoerd en in dekking en spelen in het kader van de dekking van de kosten van de hoogspoor- xverken dan ook geen rol meer. Naast de afzonderlijk verleende kredieten voor de viaducten Kapittel weg en Moleneindstraat zijn in het kader van de hoogspoorwerken nog kredieten verleend t.b.v. schadeverzekeringen. Voor een overzicht van de tot heden toe verleende en goedgekeurde kredieten wordt verwezen naar bijlage 6. In meergenoemd voorstel is ten aanzien van de dekking gesteld dat van de totale kosten ad 36.979-045,een bedrag van 10.000.000,in het budget zou worden gedekt. Het uitgangspunt was verder dat het onge dekt restant ad 26.979-045,via een uitkering van het rijk a fonds perdu dan wel via een "verfijning" van de uitkeringen uit het gemeente fonds gedekt zou kunnen worden. Om te voorkomen dat er bij het misluk ken van de pogingen ter verkrijging van rijkssteun moeilijkheden zouden ontstaan met de dekking zijn de middelen van de "reserve stichting grote werken" geblokkeerd om deze eventueel te kunnen inzetten. Het staat momenteel wel vast dat de rijkssteun in het project beperkt blijft tot een bijdrage van 3 miljoen in de kosten van vervanging van de spoorwegbrug over de rivier de Mark en de voorzieningen aan wegen gemoeid met de bouw van een hooggelegen spoorwegviaduct over de rivier de Mark met twee verkeersonderdoorgangen. Naast deze 3 miljoen worden nog subsidies en bijdrage ontvangen van ca. 1,1 miljoen zoals gespecificeerd op bijlage 5- Hierbij is geen rekening gehouden met een eventuele (hiervoor aangehaalde) bijdrage in de kosten van reconstructie van het stationsvoorplein. Het beduidend tegenvallen van de subsidies c.q. bijdragen betekent dat er afgezien van de verhoging van de kosten toch al oen aanzienlijk hoger bedrag door de gemeente gedekt zal moeten worden dan eerder was aangenomen. Dit meerdere komt op basis van de oude cijfers neer op ca. 18 miljoen, waarbij dan reeds in aanmerking is genomen dat de kunstwerken, Kapittelweg en Moleneindstraat (totaal ca. 4,5 miljoen) in tegenstelling tot het aanvankelijke standpunt buiten het hiervoor genoemde bedrag van 10 miljoen gedekt worden. De "reserve stichting grote werken", welke om redenon hiervoor uiteen gezet is geblokkeerd, zou rekening houdend met de stortingen t/m 1975 nauwelijks voldoende zijn geweest om deze lastenvoidioging te dekken. Nu de totale kosten worden geraamd op een bedrag van ca. 59,7 miljoen (zie bijlage 7) is naar andere wegen gezocht moeten worden om de dekking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 162