gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 72
4 februari 1972
u/5/65658
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het beëindigen van de subsidiëring
van de huishoudelijke en gezinsvoorlich-
ting.
In augustus 1971 heeft de ministerraad besloten het rijkssubsidie
en de rijksbijdrage in het gemeentesubsidie voor de huishoudelijke
en gezinsvoorlichting per 1 januari 1972 te beëindigen. Bij circu
laire van 7 september 1971 heeft de staatssekretaris van lcultuur,
rekreatie en maatschappelijk werk van dit besluit mededeling gedaan
aan de betrokken gemeentebesturen.
De motivering voor dit besluit is gelegen in een rapport van een
extern organisatie-bureau, waarin wordt gekonstateerd, dat de doel
stellingen, de middelen en de organisatorische opzet van de huis
houdelijke en gezinsvoorlichting te veel bepaald zijn gebleven door
de oorsprong in de krisistijd. De sterke maatschappelijke verande
ringen sindsdien werkten hierin onvoldoende door, waardoor het ren
dement van de voorlichting beperkt bleef.
Aanpassing en reorganisatie van de huishoudelijke en gezinsvoorlich
ting zouden eerst op lange termijn kunnen worden gerealiseerd, waar
bij dan nog moet worden afgewacht of te zijner tijd een op de behoef
ten afgestemd apparaat zou ontstaan. Bovendien zouden gedurende de
aanpassing en reorganisatie tientallen miljoenen moeten xrorden be
steed aan aktiviteiten, die bestemd zijn te verdwijnen. Ilede tegen
de achtergrond van de problematische financiële situatie, heeft de
ministerraad daarom besloten het rijkssubsidie en de rijksbijdrage
voor de huishoudelijke en gezinsvoorlichting te beëindigen.
Dit besluit heeft zowel de belanghebbenden als de betrokken gemeente
besturen verrast. Er heeft geen overleg plaats gevonden. De gemeente
besturen hebben zelfs geen inzage gekregen in het rapport van het
externe organisatie-bureau. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten
heeft in een brief aan de staatssekretaris van kuituur, rekreatie
en maatschappelijk werk bezwaar aangetekend tegen deze gang van
zaken. Het de Vereniging van Nederlandse Gemeenten achten wij het
principieel onjuist, dat het rijk als één der financieringspartners
zonder overleg met de belanghebbenden en de betrokken gemeentebe
sturen de rijkssubsidie- en rijksbijdrageregeling heeft ingetrokken.