Bijlage nr. 72
-2-
Het besluit van de ministerraad heeft verstrekkende gevolgen voor
zowel de Nationale Federatie als de Plaatselijke Stichting voor Huis
houdelijke en Gezinsvoorlichting. Het beëindigen van de rijksbijdrage
in het gemeentesubsidie - voor 1972 100 procent van het subsidie ad
136.800,voor de Nationale Federatie en 70 procent van het sub
sidie ad 131.200,voor de Plaatselijke Stichting - noodzaakt
onzes inziens de gemeente het subsidie eveneens te beëindigen, met
als gevolg, dat de aktiviteiten zullen moeten worden gestaakt.
In dit verband merken wij het volgende op. Reeds enkele jaren hebben
wij het bestuur van de Plaatselijke Stichting voor Huishoudelijke en
Gezinsvoorlichting gewezen op de noodzaak van vernieuwing in het
pakket van aktiviteiten. Ook in deze gemeente volgen de aktiviteiten
een te traditioneel patroon. Het bestuur van de Plaatselijke Stich
ting was het hiermee eens en heeft geprobeerd de aktiviteiten om te
buigen. Dit ging echter moeizaam. Eerst vorig jaar is de konsumenten-
informatiè van start gegaan, terwijl het aantal traditionele naai
en kookkursussen enigszins is verminderd.
Voor het besluit van de ministerraad hebben wijook vanuit de plaat
selijke situatie gezien, begrip. Voortzetting van de meeste aktivi
teiten in de huidige vorm is weinig zinvol. Dit neemt niet weg, dat
wij er behoefte aan hebben onze waardering uit te spreken voor het
vele belangrijke werk, dat de Plaatselijke Stichting .in samenwerking
met de Nationale Federatie gedurende een reeks van jaren in deze
gemeente heeft verricht. Wij denken hierbij met name ook aan akti
viteiten voor bijzondere groepen,bijvoorbeeld in het kader van het
opbouwwerk in bijzondere situaties en het woonwagenwerkGezien het
belang van deze aktiviteiten verheugt het ons dat het bestuur van de
Plaatselijke Stichting over eventuele voortzetting daarvan reeds
kontakt heeft opgenomen met het bestuur van de Stichting Katholiek
Instituut voor Maatschappelijk Welzijn en het bestuur van de Stich
ting Woonwagenwerk
Verder is het bestuur van de Plaatselijke Stichting benaderd door
het bestuur van de Vereniging van Huisvrouwen. Deze vereniging heeft
zich bereid verklaard kursus-aktiviteiten, waarvoor nog belangstel
ling bestaat, ongesubsidieerd te gaan verrichten.
Over de gevolgen van de intrekking van het subsidie voor de Plaatse
lijke Stichting heeft de wethouder van maatschappelijk werk en soci
ale zaken in oktober 1971 een gesprek gehad met het stichtingsbestuur,
Het stichtingsbestuur heeft zich tijdens dat gesprek op het standpunt
gesteld, dat het in de gegeven omstandigheden het beste is de stich
ting te liquideren. Op dit ogenblik zijn nog niet alle financiële
konsekwenties van de liquidatie bekend.
Resumerend stellen wij u voor de subsidiëring van de Plaatselijke
Stichting en de Nationale Federatie voor Huishoudelijke en Gezins
voorlichting per 1 januari 1972 te beëindigen, door intrekking van
de gemeentelijke subsidieregeling van 12 februari 1964. Een ontwerp
besluit gaat ter vaststelling hierbij.