gemeente Breda
aan de raad der gemeente Brede.
Bijlage nr. 94
Pb/74765
25 februari 1972
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van een verordening op de hef
fing en invordering van een waterverontreini-
gingsbijdrage in de gemeente Breda.
Op 1 december 1970 is in werking getreden de wet verontreiniging oppervlakte
wateren (stbl. 1969- nr. 536) en het daarbij behorende uitvoeringsbesluit
verontreiniging rijkswateren (stbl. 1970, nr. 536).
De wet heeft tot doel verontreiniging van oppervlaktewateren tegen te gaan
en/of te voorkomen en gaat uit van het beginsel, dat de kosten van maatrege
len tot vuilbestrijding ten laste van de verantwoordelijke waterbeheerder,
moeten worden gedragen door de afvalwaterlozers naar rato van de hoeveelheid
geloosde verontreinigende stoffen, zulks door middel van een stelsel van hef
fingen en bijdragen.
Artikel 17, 1e lid der wet geeft aan de verantwoordelijke waterbeheerder (rijk,
provincie en bij delegatie gemeente, waterschap, of een daartoe aangewezen
openbaar lichaam) de bevoegdheid ter bestrijding van de kosten van maatrege
len tot het tegengaan en voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewateren
heffingen in te stellen, waaraan kunnen worden onderworpen degenen, die ver
ontreinigende of schadelijke afvalstoffen, in welke vorm ook, direct of in
direct brengen in oppervlaktewateren.
Deze verontreinigingsheffing heeft het rijk voor 1971 vastgesteld op 2,
per inwonerequivalent (i.e.) en voor 1972 op 5,per i.e. voor lozing van
ongezuiverd afvalwater. Voor woningen en daarmede gelijkgestelde bedrijven
(tot 20 i.e.) is de vervuilingswaarde van de geloosde afvalstoffen uniform
vastgesteld op 3t i.e. Voor bedrijfsgebouwen met 20 i.e. of meer wordt door
het rijk de vervuilingswaarde bepaald door meting (bijlage I uitvoeringsbe
sluit) of aan de hand van de tabel afvalwatercoëfficiënten (bijlage II uit
voeringsbesluit).
De door het rijk ingevorderde heffingen zullen worden besteed voor de kosten
van maatregelen ter bestrijding van de verontreiniging, onder andere in de
vorm van uitkeringen in de stichtingskosten van zuiveringswerken.
De hoogte van het voor 1971 bepaalde bedrag der rijksheffing is bedoeld als
een aanloopbedrag. Om de bestrijding van de verontreiniging van de rijkswate
ren op bevredigende wijze te kunnen voortzetten zal een verhoging van de hef
fingsbedragen in de komende jaren noodzakelijk zijn. In verband hiermede is de
heffing voor 1972 op 5,per i.e. gebracht.
De gemeenten vormen - althans tot dusver - als beheerders van daartoe bestem
de werken - gemeenteriolen, afvoerleidingen - met behulp waarvan afvalstoffen
van andere (gemeenschappelijk) worden geloosd in rijkswater - voor Breda mid
dels de afvoerleiding naar Moerdijk - de belangrijkste groep van heffings-
plichtigen jegens het rijk.