gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda
Bijlage nr. 11
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het beschikbaar stellen van een krediet voor
de verkeerslichteninstallatie op de kruising
Biesdonkweg-Edisonstraat-Nieuwe Kadijk.
In Uw vergadering van 18 september 1969» bijl. no.25i*»werd een krediet
gevoteerd van 266.000,voor de beveiliging van een drietal krui
singen van de noordelijke rondweg met verkeerslichteninstallaties. Het
betrof toen de kruisingen Nieuwe Kadijk-Oosterhoutseweg, Nieuwe Kadijk-
Crogtdijk-Terheijdenseweg en Backer en Ruebweg-Konijnenberg. Voor de
beveiliging van de kruisingen Kapittelweg-Nieuwe Kadijk en Doornbos-
laan-Nieuwe Kadijk werd reeds eerder op mondeling voorstel van ons
college een krediet gevoteerd.
Na het plaatsen van verkeerslichteninstallaties op eerder genoemde
kruisingen zou de gehele noordelijke rondweg beveiligd zijn, met uit
zondering van de kruising Nieuwe Kadijk-Biesdonkweg-Edisonstraat.
Deze kruising was niet in de verkeerslichtenplanning opgenomen, omdat
een installatie op deze plaats vanwege de onderlinge afstand tot
andere kruisingen moeilijkheden zou opleveren ten aanzien van het
creëren van een groene golf, welke noodzakelijk werd geacht om het
verkeer op de noordelijke rondweg zich zo soepel en veilig mogelijk
te laten afwikkelen. Er is toen gewerkt aan een plan om de gelijk
vloerse kruising Biesdonkweg-Nieuwe Kadijk op te heffen en een pas
sagemogelijkheid te scheppen voor voetgangers, fietsers en brom
fietsers door middel van een tunneltje. Wij hebben getracht voor
de bouw van deze tunnel een rijksbijdrage in de bouwkosten te
krijgen op grond van de regeling "bijdragen aan gemeenten voor het
treffen van voorzieningen ten behoeve van het verkeer en vervoer in
i), en om steden". Onze aanvrage werd, gezien de stand van de voorhanden
zijnde rijksmiddelen afgewezen, mede omdat de uitvoering van dit
werk niet urgent werd geacht.
In afwachting van een definitieve voorziening op genoemde kruising
kon die echter niet onbeveiligd gelaten worden en daarom hebben wij
met medeweten van Uw raad (vergadering van 18 september 1969) op
dracht gegeven om een provisorische installatie te plaatsen.
Achteraf is ons gebleken, dat voor de plaatsing van een dergelijke
installatie echter niet voldoende onderdelen aanwezig waren en dat
aangezien de tijd drong in verband met de openstelling van de
noordelijke rondweg toen een permanente installatie is geplaatst.
De inpassing van deze installatie in de groene golf zal zo goed
mogelijk plaatsvinden.
De kosten van de geplaatste installatie hebben 50.500,be
dragen. Dit bedrag kan in het onrendabel investeringsplan 1971-
1975 worden ingepast op de post B5.00.10.57 door vermindering van
de post B5.00.10.9 (Stelpost verkeerslichteninstallaties) met een-
zelfde bedrag.
St/2/70843
6 januari 1972