Bijlage nr. 109 De grootste werkloosheid treft men in de bouwsector aan onder timmerlieden (114-)» schilders (88) en metselaars (76). Ook in de beroepen betonijzervlechters (38), betonwerkers (40), opper lieden (40) en bouwkundigen (40) is de werkloosheid aanzienlijk. Rest ons nog ten aanzien van het overzicht de geregistreerde open staande vraag (357) nader toe te lichten. In dit totaal is begre pen de vraag naar arbeidskrachten in de metaalsector (203). Aan deze vraag kan vrijwel niet worden voldaan, omdat deze zich toespitst op speciale vaklieden en omdat men hoge eisen stelt in verhouding tot de geboden beloning. Tot zover de gegevens en de analyse daarvan, zoals die ons ver strekt werd door de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau. Het streven van ons college is er op gericht om zo spoedig mogelijk tot uitbreiding van het aantal objecten ten behoeve van de sociale werkvoorziening in de open lucht te komen. Ook over het creëren van objecten in de administratieve sector vindt regelmatig overleg plaats met de directeur van het geweste lijk arbeidsbureau. Als wij uitsluitend de stand van de werkloosheid in het rayon Breda bezien - over de werkloosheid in andere rayons van de provincie hebben wij geen cijfers - zijn wij van mening, dat de aanwijzing van een of ander werk te Breda als DACW-object vol komen gerechtvaardigd zou zijn. Uit contacten met de provin ciale commissie voor de werkgelegenheid is ons echter gebleken, dat dit voorlopig niet verwacht mag worden, omdat de voor Brabant beschikbaar gestelde geldmiddelen reeds verdeeld zijn. De situatie te Breda was blijkbaar niet zo urgent als elders, want voor Breda zijn geen werken als DACW-object aangewezen. Anderzijds heeft het provinciaal bestuur ook nog de beschik king gekregen over 20.000.000,aan extra financierings middelen om de uitvoering van werken uit het normale werkpro gramma te bevorderen op plaatsen waar dit het meest nodig ge acht wordt. Wij zullen ons beijveren om te trachten, dat Breda zijn aandeel uit deze extra financieringsmiddelen krijgt. Gezien het vorenstaande zijn wij van mening: 1dat wij in ons voorstel met betrekking tot de bouw van de Kennedy- brug geen onjuiste informatie verstrekt hebben en 2. dat wij de mededeling aan de raad, dat het gemeentebestuur, nadat een werk in het werkenbestand is opgenomen, op de keuze van zo'n werk als DACW-object geen invloed kan uitoefenen, onverkort mogen handhaven. Ten aanzien van het initiatief-voorstel, zoals dat door mevrouw van Nes-Brands en de heer C7U1I namens de fracties van D'66 en PAK wordt gedaan, merken wij op, dat aan het gestelde onder de punten a, c en d in de praktijk reeds uitvoering is gegeven en voor wat punt b betreft, dat wij gaarne bereid zijn de betreffende raadsafdelingen te allen tijde de gewenste inlichtingen over de standvan zaken op dit terrein te verstrekken en indien dat door die afdelingen nodig geacht wordt daarover overleg te plegen. - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 281