-2-
Bijlage nr. 112
is, in voorkomende gevallen zorg moeten worden gedragen voor het vervoer van
de leerlingen.
Tenslotte wordt aangehouden dat voor de toekomst de gymnastieklokalen en school-
instructiebaden in eerste instantie bestemd moeten zijn voor het basisonderwijs
en het buitengewoon lager onderwijs, waarmede het huidige medegebruik van de
gymnastieklokalen door scholen van het voortgezet onderwijs te zijner tijd
teruggebracht zal moeten worden tot een aanvullend gebruik en wel in die mate,
dat alsdan slechts die uren welke voor het basis- en buitengewoon lager onder
wijs niet nodig zijn voor zover hieraan behoefte blijft bestaan ter beschikking
van het voortgezet onderwijs kunnen worden gesteld. Dit terugbrengen van het
medegebruik door scholen van het voortgezet onderwijs zal zich geleidelijk vol
trekken en hangt samen met het verkrijgen van eigen accommodaties.
Ten aanzien van het basisonderwijs, waarvan wij in het hiervorengestelde hebben
vermeld dat in de gewenste situatie elke groep van leerlingen per week drie
lestijden van 45 minuten lichamelijke vorming zou moeten kunnen ontvangen, wordt
in het rapport van de sociografische dienst nog een onderscheid gemaakt en
wordt ingehaakt op de huidige normen waarbij kan worden volstaan met twee les
tijden lichamelijke vorming per week.
Wij menen evenwel dat ter bepaling van het beleid, met name voor wat betreft
op welke wijze zal worden voorzien in het te constateren tekort aan gymnastiek
lokalen, het de voorkeur verdient uit te gaan van de grootste behoefte, namelijk
die behoefte welke samenvalt met de meest gewenste situatie.
Het tijdstip waarop deze situatie kan worden bereikt zal niet voor elke school
of groep van scholen gelijk kunnen vallen omdat ten enenmale rekening gehouden
moet worden met de feitelijke aanwezigheid en spreiding van de bestaande gym
nastieklokalen, welke omstandigheid in bepaalde gevallen gunstig, maar voor
andere scholen ook ongunstig kan uitvallen.
Voor meerdere buurten/wijken van de stad - wij mogen U verwijzen naar het rap
port van de sociografische dienst inzake het basisonderwijs in de perioden
1975 - 1980 en 1980 - 1985 - geldt bovendien dat een belangrijke terugval van
het aantal leerlingen voor de eerstkomende jaren te verwachten valt.
De planning van de te bouwen accommodaties moet - en in het onderhavige rapport
wordt hiermede uiteraard rekening gehouden - toch worden afgestemd op die situatie
waarbij het leerlingenaantal van de betreffende scholen op een min of meer kon-