Sijlage nr. 19
-2-
Om dit ook op reglementaire wijze tot uitdrukking te brengen achten
wij het wenselijk het contact met de leden, die de gemeentelijke ver-
tegenwoordiging in de commissie voor het G.O. vormen, in de verordening
op het G.O. een formele basis te geven.
Er is een beperkt aantal personeelszaken van algemene dan wel bijzon
dere aard, welke niet in het G.O. behandeld behoeven te worden. Wij geven
Uw raad in overweging de gemeentelijke vertegenwoordiging in het G.O.
- voorzover mogelijk - voor de advisering daarin gelijk te stellen met
een vaste afdeling van Uw raad.
Wij menen, dat aldus de invloed van Uw raad op het personeelsbeleid en
-beheer op adequate wijze wordt geregeld; deze voorziening zal geen be
lemmering zijn voor de verdere ontwikkeling van de georganiseerde sa
menspraak met de personeelsvertegenwoordiging in het G.O..
Nog afgezien van de vraag omtrent de wenselijkheid van de instelling
van commissies van advies en bijstand, als bedoeld in artikel 62 van
de gemeentewet, alsmede de daaraan te verbinden vragen omtrent de
taakstelling van die commissies, haar bevoegdheden en werkwijze, wel
ke vraagpunten in de commissie ad hoe tot democratisering in studie
zijn, achten wij het op dit ogenblik niet opportuun een afzonderlijke
raadscommissie voor arbeidszaken in het leven te roepen naast de in
verdere ontwikkeling zijnde commissie voor het G.O..
De commissie voor gemeentelijk overleg in ambtenarenzaken, welke wij
hierover hebben gehoord, stemt in met het bijgevoegd ontwerp-besluit
tot wijziging van de verordening op het G.O., dat wij U ter vaststel
ling aanbieden.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
Van den Dam
secretaris.