-2- meester en wethouders vast te stellen bedrag, met dien verstande dat de vermindering voor een 14-jarige gelijk is aan die voor een 15-jarige. In lid 5 vervallen de woorden: "en het loon van het jeugdig per soneel". III. Artikel 3, lid 1 wordt gelezen als volgt: "Verhoging van salaris voor 21-jarigen en ouder: 1De verhoging van het salaris van de ambtenaar van 21 jaar en ouder volgens de bij zijn rang behorende schaal geschiedt telkens nadat hij een jaar in die rang heeft doorgebracht, tot het maximum-sala ris van de schaal is bereikt. Toegevoegd wordt lid 6: 6. De eerste diensttijduitloop wordt toegekend nadat de ambtenaar zes jaar het maximum-salaris heeft genoten; indien deze datum valt na 1 januari wordt de diensttijduitloop toegekend met ingang van 1 januari van dat jaar. De 2e diensttijduitloop wordt toegekend twee jaar na de eerste en de 3e diensttijduitloop twee jaar na de tweede. IV. Artikel 4 wordt gelezen als volgt: "Verhoging van sakiris voor ambtenaren beneden do 21-jarige leeftijd: 1. De verhoging van het salaris van de ambtenaar beneden de leeftijd van 21 jaar naar zijn leeftijd geschiedt met ingang van de eerste dag van de maand waarin de hogere leeftijd wordt bereikt. 2. De salariëring naar het minimum van de bij de rang behorende schaal gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de ambtenaar de leeftijd van 21 jaar bereikt. 3. Hij verkrijgt aanspraak op een verhoging met ingang van het nieuwe kalenderjaar. 4. Ten aanzien van hem die na 1 juli van enig jaar in dienst treedt en voor 1 januari van het volgend jaar de 21-jarige leeftijd heeft bereikt blijft het bepaalde in lid 3 buiten toepassing. V. De artikelen 5, 8 en 10 vervallen. VI. In artikel 9 worden de woorden "het in bijlage C aangegeven bedrag" vervangen door "het door burgemeester en wethouders overeenkomstig de rijksregeling vast te stellen bedrag". VII. Toegevoegd wordt het volgende artikel 12a: De ambtenaar van de beroepsbrandweer en de parkwachter van de dienst van beplantingen, die door burgemeester en wethouders is aangewezen om geüniformeerd te zijn, ontvangt voor het aanschaffen en aanvullen van dienstkleding een toelage, waarvan het bedrag door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld. VIII. Artikel 15 wordt gelezen: Deze verordening kan worden aangehaald als algemene bezoldigingsver ordening. IX. Bijlage A wordt vervangen door de bijgevoegde bijlagen A1 en A2. Bijlagen B cn C vervallen. A3 dus besloten in de vergadering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 464