gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
St/2/78179
4 mei 1972
C'
Bijlage nr. 179
ra
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot verhoging van de garantie aan de B.B.A.
over het jaar 1971.
Bij ons schrijven d.d. 3 augustus 1°)71, bijlage no. 241*, hebben wij
voorgesteld het verlies van de B.B.A. op de stadsautobusdienst over
het jaar 1971 te garanderen tot maximaal 480.608,Dit was het
door de B.B.A. geraamde verlies.
Ondanks het achterwege laten van de aanschaffing van een nieuwe bus
om het Liniekxtfartier een busverbinding te kupnen geven (binnenkort
zullen wij U nader berichten over nieuwe mogelijkheden van openbaar
vervoer voor deze wijk) en ondanks de inmiddels doorgevoerde be
zuiniging door opheffing van lijn 7 van de stadsdienst naar Ulven-
hout) en lijn 13 van de interlokale dienst (naar de Klokkenberg) in
hun vroegere vorm en de toevoeging van de op lijn 7 vrnjcomende bus
aan lijn 3, welke nu om het half uur beurtelings de verbinding met
Ulvenhout en de Klokkenberg onderhoudt blijkt uit pet voorlopige
rekeningscijfer van de B.B.A., dat het werkelijk op de stadauto-
busdienst geleden verlies aanmerkelijk hoger is uitgekomen, dan
aanvankelijk geraamd, n.l. op 653»187,09-
Voor dit hogere verlies kunnen een drietal redenen worpen aangewezen
n.l.
1Een grotere stijging van de materiaalprijzen dan voorzien was.
2. De gedwongen invoering van de rijksloonschalen, hetgeen een onvoor
zienbare loonstijging van 3'if/° opleverde. Daarnaast de normale loon
stijgingen, die in de vervoerssector in het algemeen 197" en voor
rijdend personeel 22/° hebben bedragen, hetgeen op het moment, dat
de begroting werd samengesteld niet voorzienbaar was.
3. Een forse verschuiving van de opbrengsten in de richting van de
rittehkaarzen na de verhoging van het enkele reistarief van
0,40 naar 0,45, waardoor de inkomsten zijn achtergebleven.
Ingevolge de £an de B.B.A. verleende concessie, moet de gemeente het
over enig jaar op de stadsdienst te lijden verlies, vergoeden tot
maximaal het bedrag, dat aan de hand van de overgelegde begroting
aan vergunninghoudster is medegedeeld.
Zuiver om formele redenen zou de gemeente zich derhalve kunnen distan-
ciëren van het door de B.B.A. geleden hogere verlies dan het bij de
begroting geraamde. Wij achten een dergelijk standpunt echter niet
juist, omdat het hoger verlies hoofdzakelijk een gevolg is geweest
van maatregelen en omstandigheden, waarop de B.B.A. geen invloed
kan uitoefenen en omdat wij openbaar personenvervoer zien als een