Bijlage nr. 197 -3- Dit artikel maakt op haar beurt weer onderdeel uit van en blijft be perkt tot het geheel van bepalingen, betrekking hebbende op de raad van commissarissen bij de grote naamloze vennootschappen, een cate gorie waartoe Het Turfschip voorshands niet behoort een geplaatst kapitaal van tenminste 10.000.000,ondernemingsraad, tenminste honderd werknemers Geconcludeerd kan worden, dat instellen van de hier bedoelde commis sie niet mogelijk is. 3.2 Voorts merken wij op, dat zowel uit de tekst der motie onder b. als uit de in meergenoemde raadsvergadering gegeven toelichting valt op te maken, dat het de bedoeling der motie was het aantal leden der aandeelhouderscommissie te relateren aan het aantal aandelen, dat de gemeente in Het Turfschip heeft en aan die leden afzonderlijk een stemrecht voor één aandeel toe te kennen. Tegen deze bedoeling verzet zich allereerst het bepaalde in artikel 25 lid 2 wetboek van koophandel - zie bijlage -, inhoudende dat als gemachtigde bij de stemming alleen aandeelhouders kunnen optreden. Wij tekenen hierbij aan, dat de burgemeester (of diens gemachtigde) krachtens artikel 78 der gemeentewet de gemeente als aandeelhoudster representeert, dat raadsleden voor zich niet als aandeelhouder kunnen gelden en dat het aanwijzen van meer dan een gemachtigde als bedoeld in artikel 78 Gemeentewet volgens strikte interpretatie van dat ar tikel niet mogelijk is. Voorzoveel nog nodig zijn wij daarnaast van mening, dat moet worden vermeden, dat het meerderheidsbelang, dat de gemeente in de N.V. heeft, wordt gefrustreerd: was het reeds bij de oprichting der N.V. de bedoeling de gemeente een meerderheidsbelang te verschaffen, temeer dient dit meerderheidsbelang te worden gehandhaafd, nu de gemeente aanzienlijke sommen per jaar in de exploitatieverliezen bijdraagt. Ter nadere adstructie van het vorenstaande verwijzen wij U nog naar het voor U ter inzage gelegde advies van de stadsadvokaat Informatie omtrent Het Turfschip N.V. 4.1 Uit het bovenstaande blijkt, dat het geen aanbeveling verdient over te gaan tot het instellen van een commissie ex artikel 61 der ge meentewet terwijl de bedoelde commissie ingevolge het wetboek van koophandel niet kan worden ingesteld. Waar onze wijze van zien kan echter ook op andere wijze een juist functioneren van Uw raad als aandeelhouder worden bereikt. 4.2 In dit verband refereren wij allereerst aan het gestelde onder I. in ons voorstel aan Uw raad, behandeld in meergenoemde vergadering van 11 november 1970, welk gedeelte van dat voorstel betrekking had op de wijze waarop wij ons voorstelden Uw raad bij de gang van zaken bij de N.V. te betrekken. Een afschrift van dat gedeelte van dat voorstel doen wij U hierbij toekomen. Hoewel genoemd voor stel nagenoeg geheel- waaronder het gestelde onder I mede was be grepen - door Uw raad niet is overgenomen, blijven wij van mening, dat op de daarin aangegeven wijze de voor Uw raad relevante infor matie ter uitoefening van het aandeelhouderschap wordt verstrekt. V/el tekenen wij hierbij aan, dat bij een N.V. de informatie naar de aandeelhouders een taak is van de raad van commissarissen en van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 514