Bijlage nr. 199
-2-
De taxatie van deze opstallen - sluitende op een totaal van 850,000,-
is op 13 maart 1971 opgesteld door een viertal deskundigen (een door de
Pius X-stichting aangewezen deskundige, twee deskundigen namens de gemeente
en een door beide partijen aangewezen deskundige). Het taxatierapport ligt
voor U ter inzage.
Op 16 maart 1971 is de verkoopwaarde van het gehele Bouvignecomplex (omvat
tende derhalve de gemeentelijke eigendommen als kasteel, poortgebouw, gron
den en waterpartijen, alsmede de hiervoor onder 2. genoemde gebouwen) ge
taxeerd en vastgesteld op 1.719.600,Ook dit taxatierapport ligt voor
U ter inzage Wij merken nog op, dat bij de taxatie ten aanzien van de
waarde van de door derden gestichte opstallen is uitgegaan van de hiervoor
onder 3. genoemde waardebepaling.
Met behulp van een lening van Spaarbeleg, per 1 oktober 1971 pro resto
groot 675.000,is door de Stichting Bouvigne o.m. de Gezinszorgschool
gerealiseerd. Deze school is daarna verhuurd aan de Stichting School tot
Opleiding Gezinszorg (tezamen met de zgn. Cleijnhoeve)deze huur expireert
op 30 juni 1995.
Wij merken voorts op, dat het Bisdom zich tegenover Spaarbeleg garant heeft
gesteld ten aanzien van de verplichtingen van de Stichting Bouvigne tot
betaling van de uit meergenoemde lening voortvloeiende renten en aflossin
gen. Ten behoeve van deze garantie zijn de huurpenningen, op te brengen
door de Stichting School tot Opleiding Gezinszorg, door de Stichting
Bouvigne aan het Bisdom gecedeerd.
De dienst van Openbare Werken heeft op 2 februari 1972 een overzicht opge
steld van de ten laste van de huurster blijvende onderhoudskosten. Wij leggen
er de nadruk op, dat toerekening van deze kosten arbitrair is, gelet op de
onduidelijke redactie van artikel 4 van de huurovereenkomst.
Exclusief de toezichtkosten van de genoemde dienst belopen deze onderhouds
kosten een bedrag van (afgerond) 288.000,terwijl deze kosten inclu
sief de toezichtkosten een bedrag van (afgerond) 315.000,belopen.
Het bedoelde overzicht hebben wij eveneens voor U ter visie gelegd
Volgens een opgave van 9 mei 1972, ons college verstrekt door de heer mr. J.
Jacobs, vertegenwoordigende zowel de Stichting Bouvigne als de Stichting
Katholiek Cultureel Vormingscentrum en Gemeenschapsoord Bouvigne, beloopt
het totaal der vorderingen van de crediteuren van beide genoemde stichtin
gen een bedrag van 1.319.018,84. Ben lijst van crediteuren per genoemde
datum ligt voor U ter inzage.
De regeling met de Pius X-stichting en de overige betrokken stichtingen.
Ter voorbereiding van het overleg met de Pius X-stichting als huurster van
het Bouvignecomplex hebben wij ons allereerst beraden over de vraag, of de
gemeente in de ontstane situatie met betrekking tot het gebruik van het
complex aanleiding zou kunnen vinden het met genoemde stichting gesloten
huurcontract op te zeggen en - indien deze vraag bevestigend zou worden be
antwoord - welke de consequenties van een dergelijke opzegging zouden zijn.
Wij hebben in deze materie het oordeel gevraagd van de stadsadvocaat, wiens
adviezen van resp. 6 en 14 april 1971 wij voor U ter visie hebben gelegd.
Kortheidshalve mogen wij U naar deze adviezen verwijzen.