Bijlage nr. 199 -3- Als hoofdpunten uit deze adviezen zijn te vermelden: a. de gemeente heeft - op grond van de bestaande situatie - de bevoegdheid de huurovereenkomst te beëindigen wegens aanwezigheid van een "billijke en zeer ernstige reden" in de zin als bedoeld in artikel 12 der overeenkomst. b. de gemeente dient bij de huurster de claim m.b.t. de achterstallige on derhoudskosten (zie hiervoor het gestelde onder A.6) te deponeren; c. bij strikte toepassing der huurovereenkomst (artikel 12 a lid 2 der gewijzigde huurovereenkomst) is de gemeente tegenover de Pius X-stichting tot niet meer gehouden dan tot vergoeding voor die gebouwen, welke door genoemde stichting vóór 1937 op het gehuurde zijn gesticht, i.e. voor het vacantiehuis Neerhof (getaxeerd op 200.000,en de kapel (welke in de taxatie deel uitmaakt van een groep objecten met een totale taxatie waarde van 50.000, d. ten aanzien van de gebouwen, op het gehuurde gesticht door de Stichting Bouvigne, is de hoogte van de voor deze gebouwen te betalen vergoeding afhankelijk van de vraag, of de Stichting Bouvigne al dan niet te kwader trouw tot deze bouw op eens anders grond is overgegaan: hierop hebben betrekking de artikelen 658 en 659 van het burgerlijk wetboek. Het advies van de stadsadvocaat ten deze tendeert naar de veronderstelling van een te goeder trouw handelen, hetgeen i.e. artikel 659 BW van toepassing doet zijn; welk artikel de eigenaar (i.e. de gemeente) de bevoegdheid tot amovering onthoudt en hem de keuze laat, óf de bouwkosten c5f de meerdere waarde van het erf (gevolg van de aanwezigheid van het gebouw) aan de bouwer uit te keren. Een en ander heeft betrekking op de gezinszorg- school, getaxeerd op 325*000,en op een aantal opstallen, deel uit makende van een aantal objecten met een gezamenlijke getaxeerde waarde van 50.000, e. het verdient aanbeveling te trachten de gehele aangelegenheid in minne lijk overleg te regelen. De betrokken stichtingen hebben middels hun vertegenwoordiger de heer mr. J. Jacobs, tegenover het hiervoren onder 1. a t/m e het navolgende gesteld: a. een motief tot huurbeëindiging is niet aanwezig: enerzijds zijn er met de gemeente al jarenlang onderhandelingen gevoerd, waarbij onder meer voor de gezinszorgschool een regeling op erfpachtsbasis zou worden getroffen; anderzijds is er al geruime tijd overleg met de gemeente gevoerd over een oplossing van de totale problematiek gemeente/Pius X-stichting/Bou- vignestichting: op 11 oktober 1971 heeft de vertegenwoordiger van beide stichtingen een daartoe strekkende "proeve", welke voor U ter inzage ligt bij de gemeente ingediend. Een beëindiging van de huurovereenkomst zou, gelet op de onderhandelingen en besprekingen, als onredelijk moeten worden gekwalificeerd b. indien de gemeente - in afwijking van het gestelde in het huurcontract - aan de Pius X-stichting de bevoegdheid verleent het gehuurde in onder huur te geven, kan de gehele problematiek worden opgelost: gegadigden voor huur (en voor een eventuele koop) zijn aanwezig. c. indien de gemeente niet bereid zou zijn, voor de door de Pius X-stichting gebouwde opstallen (gebouwd na 1937) een vergoeding te betalen, kan amovering van deze opstallen volgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 521