bijlage nr. 201
-3-
Ad 1 d
Ben verruiming van de mogelijkheid van toekenning van presentiegelden
heeft naar onze mening niet direct consequenties voor de besturen van
particuliere instellingen. Op de eerste plaats moet een initiatief
hiertoe genomen worden door die instellingen zélf. Voorts is het
een bekend verschijnsel, dat degenen, die een bestuursfunctie
in een particuliere instelling op zich nemen, hiertoe niet over
gaan omdat aan het bijwonen van vergaderingen een presentiegeld
verbonden is. Wij meren derhalve, dat eerst op termijn van conse
quenties sprake zal zijn. In het subsidiebeleid zal een en ander
in de toekomst moeten worden beoordeeld, doch in ieder geval is er
thans voor de gemeente geen reden om initiërend op te treden. In
tegendeel, zoals reeds onder ad 1b xtferd gesteld, er is veeleer reden
tot een voorzichtig beleid. Daarom hebben wij presentiegelden bij
rechtspersonen en particuliere instellingen in deze ontwerp
regeling niet betrokken.. Eventuele consequenties moeten worden
afgewacht
Ten aanzien van de financiële consequenties van dit besluit zij op
gemerkt, dat de ramingen van presentiegelden voor het jaar 1971
moeten worden verhoogd met rond 17.500,voor het jaar 1972 met
een bedrag van rond 35.000,terwijl in de begroting 1973
eveneens een bedrag van 35.000,terzake van "Nieuwe presentie
gelden moet worden opgenomen.
De volgende stukken zijn voor Uw raad ter visie gelegd:
- bijlage 191 van 1971;
- het verslag van de vergadering raadsafdeling voor de financiën
van 23 juni 1971
- het besluit van gedeputeerde taten van Noord-Brabant van 23 juni
1971, G. nr.. 380266;
Als bijlage wordt bijgevoegd:
- een overzicht van de financiële consequenties, houdende het aan
tal voor vergoeding in aanmerking komende commissies e.d» met ver
melding van het aantal leden, hot gebruikelijk aantal vergaderingen
en het uit te keren bedrag per lid;
- een ontwerp-besluit;
De afdeling uit Uw raad voor de financiën is over dit voorstel gehoord.
Een eventueel afwijkend advies zal U worden medegedeeld.
Resumerend stellen wij U voor tc besluiten overeenkomstig ons voorstel
van 9 juni 1971 (zie bijlage 19'0, zulks door het nemen van een besluit
overeenkomstig het ontwerp, dat U thans wordt voorgelegd.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester
Van den Dam
secretaris