bij bijlage nr. 206
-2-
G. Aan artikel 53 wordt toegevoegd een zin, luidende als volgt:
"De raad kan voor bijzondere gevalsn van het bepaalde in de vorige
volzin afwijken".
H. Tussen de artikelen 67' en 68 wordt een nieuw artikel 67a ingevoegd,
luidende als volgt:
"Zij die aan de in artikel 65, eerste lid, genoemde verordening recht
op pensioen ontleenden met ingang van 1 januari 1966 of een later
tijdstip, ontlenen van dat tijdstip af een recht op pensioen aan deze
verordening."
Artikel II
I. Artikel 4, tweede lid van de Uitkerings- en pensioenverordening
wethouders 1971, zoals dit artikel luidt op de dag voorafgaande
aan die waarop deze verordening in werking treedt, blijft van toe
passing voor de gewezen wethouder, die op eerstgenoemde datum een
uitkering geniet, voor de duur van de in artikel 2, eerste lid,
bedoelde periode.
2. Artikel 18 van de uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1971
zoals dit artikel luidde v<5<5r 1 oktober 1971, blijft van toepassing,
indien de echtscheiding of de ontbinding van het huwelijk wordt uit
gesproken met toepassing van het v<5<5r dat tijdstip geldende recht.
Artikel III
1Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand
volgende op die waarin de verordening door gedeputeerde staten is
goedgekeurd.
2. Zij werkt terug tot 1 januari 1966, behalve voor wat betreft:
a. Artikel I, onder A en artikel II, eerste lid, welke in werking
treden op de in het eerste lid bedoelde datum;
b. Artikel I, onder B en artikel II, tweede lid, welke terugwerken
tot 1 oktober 1971.
Aldus vastgesteld door de raad van de
gemeente Breda in zijn vergadering van
18 mei 1972.
voorzitter
secretaris